18 APRIL 1974 448 van het college was dus tot nu toe even en als de raad zou besluiten te volstaan met vier wethouders, zou het college inclusief de burge meester uit vijf leden bestaan. Wanneer het college voltallig ver gadert, kan in dat geval altijd een beslissing bij enkelvoudige meer derheid worden genomen. Bij afwezigheid van één van de leden kan zich natuurlijk altijd de situatie voordoen dat de stem van de voor zitter de doorslag geeft. Namens het college zou ik als volgt op de gemaakte opmer kingen willen reageren. De heren van Duijl en Dees hebben gezegd dat de r£ad moet beslissen of hij genoegen wil nemen met vier, vijf dan wel zes wethouders, de aantallen die in Breda mogelijk zijn. Een voorstel tot een beslissing op dit punt staat vanavond niet op de agenda. Indien de raad bereid en in staat is in dezen vanavond een beslissing te nemen, moeten wij formeel een punt aan de agen da toevoegen om daarover een beslissing te nemen. Een en ander is mijns inziens afhankelijk van het verloop van de discussie in de raad. Ik wil de raad erop attenderen dat er ook een andere mogelijk heid is. De kwestie van de opvolging of een andere beslissing kan op de agenda voor de vergadering van 16 mei worden geplaatst, op dat de raad er bij die gelegenheid over kan discussiëren en beslissen. In dat geval moet collega Mans volgens de voorgeschreven procedure tot die tijd wethouder blijven. Hij blijft formeel in functie totdat in de opvolging is voorzien of tot aan het ogenblik waarop de raad besluit genoegen te nemen met vier wethouders. Als de raad besluit genoegen te nemen met vier wethouders, is er sprake van een vol ledig college, geen rompcollege maar een normaal college. De raad van Breda kan namelijk te allen tijde functioneren met een college, bestaande uit de burgemeester en vier wethouders, aangezien hij kan kiezen uit vier, vijf of zes wethouders. Als de keus wordt bepaald op vier wethouders, is er wettelijk gezien sprake van een normaal college. Men kan discussiëren over de vraag of een dergelijk col lege goed kan werken; daarover worden zelfs nog wel eens vragen gesteld aan een college waarin vijf wethouders zitting hebben! Er is gevraagd naar de mening van het college over de situatie. Ik heb begrepen dat de heer Dees een opmerking aan mijn adres heeft gemaakt omdat de loco-burgemeester in de pers een mening over de nu ontstane situatie te kennen zou hebben gegeven. Ik wil er geen onduidelijkheid over laten bestaan dat ik met de pers geen contact heb gehad. Wel heb ik met de heer Crul een gesprek ge voerd waarin ik begrip heb getoond -- zoals ook uit het volgende zal blijken -- voor de moeilijkheden die in een dergelijke periode ontstaan. AIS een fractievoorzitter zich tot de loco-Burgemeester -- eventueel tot de burgemeester wendt, lijkt het mij geoor loofd in een gesprek persoonlijke opvattingen te geven. Ik wil de raad er namelijk niet onkundig van laten dat het vertrek van collega Mans door de overblijvende leden niet met gejuich werd begroet. Door het vertrek van een wethouder ontstaat altijd een moeilijk heid. Wanneer een nieuwe wethouder wordt gekozen, moet er reke ning mee worden gehouden dat deze zich moet inwerken, het ter rein moet verkennen, de verhoudingen moet leren kennen, kennis moet maken met zijn functionarissen en de prioriteitstelling en de oriëntatie voor al het werk dat er ligt moet bepalen. Als aan in deze periode bovendien de vakantie van veel leden van het col lege valt, wordt de situatie alleen maar moeilijker. Ik wil er geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 448