18 APRIL 1974
450
behalve de heer Froger, die ik die avond niet kon bereiken --
telefonisch heb ingelicht met het verzoek aan hun fracties de
mededeling door te geven.
De VOORZITTER: Ik zou de raad willen vragen of hij over deze
kwestie nog verder.wil discussiëren, waarbij eventueel een voorstel
van orde om een besluit te nemen kan worden gedaan.
De heer CRUL- Mijn fractie heeft er geen bezwaar tegen dat
vanavond een besluit genomen wordt met betrekking tot voortzet
ting van de taak van de heer Mans door het overblijvende college
met vier wethouders, dat naar ik meen toch wel "rompcollege"
mag worden genoemd.
De reactie van de fractievoorzitters is enigszins merkwaardig.
In de eerste plaats heeft de heer Mans naar ik meen volgens de
normale regels de fractievoorzitters tijdig ingelicht.
De heer DEES: Het gaat erom wanneer de raad zelf is ingelicht!
De heer CRUL: Als aan de fractievoorzitters wordt verzocht alle
raadsleden in te lichten, is natuurlijk formeel,
De heer DEES: Dat bedoel ik niet; ik doel op de formele pro
cedure
De heer CRUL:,.., de raad nog niet ingelicht; dat is mij bekend.
In ieder geval wordt op die wijze iedereen op de hoogte gesteld.
Misschien geldt dat niet voor de V. V. D. -fractie, maar voor de ove
rige raadsleden mijns inziens wel.
In verband met de afspraak van 1970 heeft mijn fractie, voor
dat de pers op de hoogte is gesteld, alle fracties ingelicht, waarbij
te kennen is gegeven dat wij, indien overleg nodig werd geoordeeld,
daartoe onmiddellijk het initiatief zouden nemen. Het is nu zes da
gen later en niemand van de fractie heeft daaromtrent een medede
ling bereikt, zodat wij hebben aangenomen dat overleg niet meer
noodzakelijk was. De argumentatie die wij op papier hebben gezet
kan natuurlijk nooit een beslissing voor de raad inhouden; wij hebben
slechts het standpunt van de PAK-fractie onder woorden gebracht en
als daarop niet wordt gereageerd, menen wij dat wij hebben voldaan
aan de formele regels en de afspraak tussen de lijsttrekkers van 1970.
Overigens kan ik mij wel voorstellen dat het C. D. A. enige moeite
met de gang van zaken heeft, vooral in verband met het overblij
vende college en de werkzaamheden die dit nog wachten. Uiteraard
hebben wij in onze overwegingen betrokken dat de situatie die zal
ontstaan moeilijk voor het college zal zijn. Dit is een zwaarwegend
argument geweest, maar er waren ook andere motieven.
In dit verband moet ik antwoorden op een opmerking van de heer
Dees. Wij hebben vooral op grond van praktische overwegingen ge
handeld, maar daarnaast zijn -- zoals ook is vermeld -- ook motieven
van persoonlijke aard aan de orde geweest van de leden van de frac
tiesdie hierbij betrokken waren. Bovendien hebben wij gelet op het
algemeen belang, waaraan in dit verband twee facetten te onder
scheiden zijn. Wij zouden natuurlijk in het college een bepaalde
verantwoordelijkheid moeten dragen, maar daarnaast moet worden
gelet op de financiële consequenties die zich voor de gemeente
