453 18 APRIL 1974 zich uitspreekt over de bereidheid om de werkzaamheden tot sep tember met vier wethouders voort te zetten. Ik neem aan dat b. en w. zij het minder formeel zeer vroegtijdig door de heer Mans van zijn voorgenomen vertrek op de hoogte is gesteld, zodat zij zich hierover hebben beraden. Mocht vanavond geen beslissing worden genomen, doch in de vergadering van de volgende maand, dan lijkt het mij goed dat het college aan deze aspecten aandacht schenkt en in het voorstel dat dan in de volgende vergadering aan de orde zal worden gesteld een uitspraak doet over de bedoelde bereidheid. De VOORZITTER: De heer Dees heeft gevraagd waarom het col lege de verkiezing van de opvolger van wethouder Mans niet op de agenda heeft geplaatst. Dit lijkt mij volledig te verklaren doordat de officiële ontslagaankondiging pas deze week is ontvangen. In een dergelijk geval is het gebruikelijk dat geen nieuwe wethouder wordt gekozen, voordat de datum waarop de oude wethouder vertrekt is verstreken. Als de raad in dezen geen activiteiten zou hebben on dernomen, zou het college ongetwijfeld in mei aan de raad hebben voorgesteld in de vacature-Mans een nieuwe wethouder te benoemen. Er is evenwel een stroomversnelling opgetreden en er heeft zich door de verklaring van de heer Crul en de daarop volgende discussie een ontwikkeling buiten de invloed van het college om voorgedaan. Welnu, b. en w. hebben de raad gewezen op de mogelijkheden die hij heeft. Thans kan het nemen van een besluit hieromtrent aan de agenda worden toegevoegd. Aan het adres van de heer van Banning wijs ik erop dat ik na mens het college heb gezegd dat de situatie in beide gevallen voor de overblijvenden moeilijk is. Ik heb er voorts op gewezen dat er enige vertraging in de afwikkeling van zaken kan ontstaan en ik wil graag namens het college mededelen dat de bereidheid om het werk tot september met vier wethouders voort te zetten volledig aanwezig is. Ik concludeer dat de heer Crul heeft gezegd dat de beslissing naar zijn .mening thans kan worden genomen, terwijl ik heb begre pen dat de heren van Duijl en Dees gaarne vanavond een beslissing zouden zien. Ik zou dan ook als punt van orde willen voorstellen een punt aan de agenda toe te voegen, namelijk het nemen van een beslissing waarbij de raad er genoegen mee neemt dat in de resterende periode wordt volstaan met vier wethouders. De raad besluit dit punt aan de agenda toe te voegen. De VOORZITTER: Ik zou dan de uitspraak van de raad willen vragen over het volgende besluit: "De raad der gemeente Breda; gelet op het bepaalde in artikel 86 van de gemeentewet; besluit: ermee in te stemmen dat met ingang van 4 mei 1974 tot het einde van de zittingsperiode van de raad, dus tot dinsdag 3 september 1974, wordt volstaan met vier wethouders".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 453