455 18 APRIL 1974 Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 3. bijlage nr. 94 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN. 4. bijlage nr. 95 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERVREEMDING VAN ONROEREND GOED. 5. bijlage nr. 96 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERWER VING VAN ONROEREND GOED. 6. bijlage nr. 97 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET TREF FEN VAN VOORZIENINGEN AAN HET PAND DOELEN 13. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achtereenvolgens overeenkomstig deze voorstellen van burge meester en wethouders besloten. 7. bijlage nr. 98 VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET AANKOOPPRO GRAMMA 1974. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Hoewel dit voorstel nog slechts een aankondiging inhoudt van voorstellen die ons in de loop van het jaar kunnen worden aangeboden, willen wij er nu alvast op wijzen dat wij tegen bepaalde onderdelen van het aankooppro gramma op het ogenblik van aanbieding aan de raad wellicht bedenkingen zullen hebben. Ik noem in het bijzonder punt 9, het bestemmingsplan Kloosterplein/Kloosterlaan, in verband met de super-store en punt 14, reconstructie Claudius Prinsenlaan/De la Reyweg. De heer CRUL: Ik weet niet zeker of ik buiten de orde zal worden verklaard. Indien dit het geval is, zal ik verder zwijgen. De VOORZITTER: Dat kan ik natuurlijk niet bij voorbaat doen! De heer CRUL: Een journalist heeft zich persoonlijk tot wet houder van Dun gewend in verband met het verdwijnen van speel terreinen in bepaalde wijken. Nu staat dit geval natuurlijk niet op zichzelf. Vooral door de geringe hoeveelheid grond die in de stad beschikbaar is komen er van de kant van de burgerij steeds meer reacties op bebouwingen die plaatsvinden. In de fractie heb ben wij daarover in verband met dit voorstel gesproken omdat daar in wordt uitgegaan van het verwezenlijken van bestemmingsplannen. Wij hebben ons afgevraagd of het niet verstandig zou zijn eens na te gaan welke vrije grond er in de stad nog is en welke bestem-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 455