18 APRIL 1974
458
12. bijlage nr. 103
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT TOE
KENNING VAN GELDELIJKE STEUN INGEVOLGE DE WONINGWET
AAN DE ALGEMENE WONINGBOUWVERENIGING "BREDA EN OM
GEVING" TEN BEHOEVE VAN EEN COMPLEX VAN 300 PORTIEK
WONINGEN IN HET BESTEMMINGSPLAN "HOGE VUCHT III",
ALSMEDE TOT HET AANVRAGEN EN AANVAARDEN VAN GEL
DELIJKE STEUN UIT 'S RIJKS KAS.
De heer VAN CAULIL: De C. D.A. -fractie gaat akkoord met dit
voorstel en is van mening dat door de bouw van de bedoelde 300 portiek
woningen weer een gedeeltelijke afronding van het winkelcentrum Ho
ge Vucht tot stand komt. Dat daarbij zoveel mogelijk rekening is ge
houden met de wensen en adviezen van allerlei groeperingen en instan
ties is alleen maar gelukkig te noemen. Zo menen wij bijvoorbeeld dat,
aangezien 120 van de 300 woningen worden aangeduid als mogelijke huis
vesting voor bejaarden, de twee liften in de torenflatgebouwen een juis
te verbetering vormen. Wanneer ik spreek over huisvesting voor bejaar
den bedoel ik een alternatieve woongelegenheid voor de bejaarden.die
zo lang mogelijk bij wijze van spreken "in gezinsverband" willen blijven
wonen. Dank zij de rijksbijdrage in de stichtingskosten en in de jaarlijk
se exploitatie -- waarin tevens een garantie bij leegstand is opgenomen
-- komt een huur tot stand die volgens het college minimaal .126,79
per maand en maximaal/. 137, -- per maand zal bedragen. Ik vraag
mij af of het laatstgenoemde bedrag juist is, aangezien ik in de verga
dering van de commissie voor openbare werken een bedrag vanƒ.167,
per maand heb horen noemen. Door deze woningen te bouwen wordt on-
zes inziens voldaan aan de zo vaak gehoorde roep om woningen die vol
doen aan de eisen van deze tijd en die voor betaalbare prijzen kunnen
worden gehuurd. Graag gaan wij akkoord met de bouw van deze wonin
gen.
Mevrouw VAN NES-BRANDS; Ik zal wat meer tijd nodig hebben
dan de C.D.A. -fractie voor deze toch belangrijke affaire heeft gebruikt.
B. en w. gaan namelijk in het voorstel niet alleen in op de bouw van flats
aan de Roeselarestraat en alle cijfermateriaal dat daarmee verband houdt,
maar tevens wordt uitvoerig uit de doeken gedaan welke projecten voor
de overige randbebouwing van het winkelcentrum Hoge Vucht op stapel
staan. Het lijkt mij zinvol nogmaals ik zou bijna zeggen: voor de zo
veelste keer -- op de problematiek van de randbebouwing van het win
kelcentrum Hoge Vucht in te gaan.
In de aanhef van het voorstel volstaat het college met een verwij
zing naar de Hoge Vucht-nota en vervolgens worden de plannen geëta
leerd die het college heeft opgesteld na diverse besprekingen met belang
hebbenden. Het aantal belanghebbenden is door onze fractie steeds rui
mer gezien dan door het college, zelfs na jarenlange rapportage over de
Hoge Vucht en na eindeloze debatten in de raad. In dit verband herinner
ik aan de motie-America en aan de interpellatie van de heer America.
Volgens b. en w. zijn de belanghebbenden: degenen met wie indertijd
het contract betreffende de verwezenlijking van de randbebouwing is af
gesloten, andere bouwers, beleggers en tenslotte woningbouwverenigin
gen omdat voor bouw in de woningwetsector moest worden gekozen. Voor
zover ik weet is er over deze kwestie met andere belanghebbenden niet
gesproken, terwijl naar onze opvattingen wel degelijk andere belangheb
benden aanwezig zijn; ik noem in dit verband de ondertekenaars van het
voorstel van het projectteam dat in februari aan ons is voorgelegd en een