18 APRIL 1974 464 Misschien wordt de discussie van vanavond beheerst door de mis vatting dat wij de projecten die in het voorstel worden genoemd opéén lijn zouden stellen met het project van de vijf torenflats. De vijf toren flats staan buiten discussie en vanavond wordt de raad het voorstel gedaan daarmee zijn instemming te betuigen. De kwestie van de Plebaan van der Madestichting, de kantoren en de Groenedijk zal bestudeerd moeten worden in het kader van het overleg met de projectgroep. Het lijkt mij verstandig uit te gaan van de voorstellen die d'e projectgroep op dit ter rein doet en vervolgens na te gaan in hoeverre wij over deze problemen kunnen spreken. Overigens meen ik in de openbaarheid te mogen zeggen dat ik er op voorhand van overtuigd ben dat projectgroep en gemeente op basis van andersoortige verantwoordelijkheden naast elkaar zullen moe ten gaan discussiëren. In ieder geval wil ik aan het adres van mevrouw Willems zeggen dat wij vanavond mijns inziens in geen enkel opzicht een besluit nemen op het terrein van de overige projecten. De vraag is gesteld hoe het staat met het projectteam. Wij hebben de belangengroeperingen van de Hoge Vucht uitgenodigd en de vraag ge steld op welke wijze wij tot het door de raad, de belangengroeperingen en de StAR wenselijk geachte projectteam kunnen komen. Daarover is uit voerig gesproken; ik wil de raad niet onkundig laten van de verwachting dat de procedure behalve eerlijk ook moeizaam zal worden. De belangen groeperingen van de Hoge Vucht hebben een procedure voorgesteld die uiteindelijk zou moeten uitmonden in een projectteam dat zich manifes teert als een commissie ex artikel 61 van de gemeentewet. Op voorhand heeft de vertegenwoordiger van het college te kennen gegeven dat deze constructie voor ons enigszins moeilijk te aanvaarden is, omdat wij taak stelling en omschrijving van de doeleinden moeten kennen voordat wij een juridische structuur aan de activiteiten ten grondslag kunnen leggen. Er is een besluit genomen in overleg met de wijken en de aantijging dat er geen andere belanghebbenden zijn dan de zakelijk betrokkenen en de woningbouwvereniging gaat dan ook niet op. Besloten is dat gestreefd zal worden naar een voorbereidingsteam van tien mensen. A.s. woensdagzal een dergelijk team worden opgericht, waarbij vier vertegenwoordigers van de gemeente en vier vertegenwoordigers van de groeperingen van de Ho ge Vucht zullen optreden terwijl ook twee door de commissie algemene zaken aan te wijzen leden aan de werkzaamheden zullen deelnemen. Het is de bedoeling dat dit team van tien personen de taakstelling, de bevoegd heid en de omvang van het projectteam nader beziet. Zodra het project team is ingesteld zullen de overige onderwerpen die in het onderhavige voorstel worden vermeld onderwerp van bespreking moeten zijn. Mevrouw Van Nes heeft verwezen naar een studie van de werkgroep Huisvesting op het gebied van de situatie in de Hoge Vucht en onder an dere ook in de randbebouwing. Zij doet het voorkomen alsof een gesprek onmogelijk zou zijn geweest en oplossingen van de kant van de Hoge Vucht en de werkgroep Huisvesting van de hand zouden zijn gewezen. In dit ver band wijs ik er op dat ik in de raad meermalen heb gezegd dat het over leg met de vertegenwoordigers van de werkgroep Huisvesting over derand- bebouwing vruchtbaar is geweest. Ik heb gezegd dat men moeite heeft ge had met het aanvaarden van uitgangspunten, waarbij ik per se niet het contract met Zeebrechts heb bedoeld maar bijvoorbeeld het verloop van rioleringen door bepaalde straten. De uiteindelijke oplossing van de zij de van de vertegenwoordigers van de werkgroep Huisvesting hield een hoogbouwproject in -- zij het op iets meer afstand van het winkelcentrum gelegen -- zoals de raad dat thans niet wenst. Ook heeft mevrouw Van Nes gezegd dat de heer America indertijd met zijn motie een discussie over leven en wonen heeft uitgelokt. Ik meen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 464