18 APRIL 1974
466
is. Ik wil mevrouw Van Nes en de leden van de commissie voor open
bare werken graag toezeggen dat in de commissievergadering van don
derdag 25 april kan worden gesproken over de manier waarop de beant
woording van deze vragen onder ogen kan worden gezien. Op dit ogen
blik zie ik mevrouw Van Nes en de heer Crul enigszins mistroostig kij
ken, waarschijnlijk omdat ik het woord "besloten" heb gebruikt.
De heer CRUL: Dat is de zesde besloten vergadering in twee maan
den tijd.'
Wethouder VAN DUN: Dan moet u de andere besloten vergaderin
gen van de commissie voor openbare werken eens noemen.'
Ik zou willen voorstellen dit onderwerp in de commissie in een be
sloten vergadering te behandelen en in dat verband refereer ik aan mijn
opmerkingen in de raadsvergadering van 18 oktober, toen ik blijkens de
notulen heb gezegd: wanneer de raadsleden van de gemeente Breda be
reid zijn het belang van deze gemeente te steunen en als richtsnoer voor
hun handelen te nemen, lijkt het b. en w, weinig zinvol in de openbaar
heid een discussie aan te gaan over de vraag wat wij wel en wat wij niet
in de richting van Wilma kunnen doen. De raadsleden hebben het volste
recht op informatie, zij kunnen het contract binnenste buiten keren en
ik ben bereid daarop in elke vergadering in te gaan, maar ik meen dat
het niet tot de taak van het college behoort aan derden door de discus
sie een weg aan te wijzen waarlangs zij waarschijnlijk verantwoordelijk
heden zouden kunnen ontgaan. Ik meen dat dit het recht van een zake
lijk partner moet kunnen zijn. Dat is de reden voor de beslotenheid. Me
vrouw Van Nes wil ik toezeggen dat wij in de eerstkomende commissie
vergadering bespreken -- dat mag ook in openbaarheid -- op welke wij
ze de overige vragen beantwoord zullen worden.
Tegen het plan op zichzelf heeft mevrouw Van Nes bezwaren. Een
merkwaardige opmerking van mevrouw Van Nes kwam er op neer dat bij
de uitvoering van de plannen voor bejaardenhuisvesting de bejaarden ver
stoken zouden blijven van de voorzieningen waarop zij in de maatschap
pij recht hebben. Ik heb nu juist tegelijkertijd gesproken over dit voor
stel en eventuele relaties met de Plebaan van der Madestichting, omdat
ik van mening ben dat het een misverstand zou zijn te menen dat enig
raadslid de bejaarden zou kunnen voorschrijven hoe zij zich moeten ge
dragen en waar zij moeten wonen. De enige taak van deze raad is het
bieden van alternatieven. Wanneer de raad bij verwezenlijking van het
ter tafel liggende plan alternatieven biedt, heeft hij meteen de verplich
ting in de Hoge Vucht alternatieven te bieden voor de huisvesting van
bejaarden; er moet een verzorgender vorm van huisvesting worden gebo
den met dienstverlening die in de onderhavige flats niet wordt geboden.
Voor de bejaarden die niet gediend zijn van supervisie en verzorging en
hun zelfstandigheid willen bewaren moet de raad mijns inziens de weg
open houden.
Enkele opmerkingen van mevrouw Willems heb ik naar ik meen
al beantwoord. Ik ben niet op de hoogte van een verzoek van de bewo
ners van de Hoge Vucht om de hoogbouw op te schorten. Mevrouw Wil
lems heeft gezegd dat het college een verzoek heeft bereikt van belan
gengroeperingen in de Hoge Vucht.
Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Na hearingen voor de bewoners.'
Wethouder VAN DUN: Het college heeft na de totstandkoming van
het gewijzigde plan voor de randbebouwing van 1970 geen hearingen voor