468 18 APRIL 1974 dat bespreking van de materie in een besloten vergadering voor de ge meente van het allergrootste belang is, kan ik daar niet tussenkomen.Ik heb er moeite mee, maar omdat ik een en ander niet kan beoordelen, zal ik mij op dit ogenblik bij het standpunt van de wethouder moeten neerleggen. Over de bejaardenflat heeft de wethouder gezegd dat er ook nog een alternatief plan is, zodat men kan kiezen tussen huisvesting met en zonder algehele verzorging. Daarop hadden mijn opmerkingen echter niet zozeer betrekking. De bedoelde woningen zijn aangemerkt als bejaarden woningen, waarin naar mijn mening voorzieningen als een bewakings systeem dienen te zijn opgenomen. Belangrijker is evenwel naar mijn op vatting dat de bewoners, in één kamer opgesloten, geen enkele mogelijk heid hebben voor welke hobby dan ook of voor een uitloop naar buiten toe. De bewoners worden in een laatje geschoven en dan zitten zij daar op de tiende verdieping.Zoals ik heb gezegd acht ik dit een zeer armetie rige vorm van onderdak. De heer NIHOT: In de ook door de wethouder vermelde vergadering waarin het projectteam aan de orde is gekomen is heel duidelijk de af spraak gemaakt dat dit team niet meer zou terugkomen op werken die in uitvoering zijn of het uitvoeringsstadium hebben bereikt. Ik meen dat wij dit in die zin moeten opvatten, dat in de toekomst voor het projectteam alle mogelijkheden openstaan. De heer CRUL: De wethouder heeft medegedeeld dat twee leden van de commissie voor algemene zaken aan de werkzaamheden van het pro jectteam zullen deelnemen. Naar ik meen is in deze commissie nooit tot uiting gekomen dat het de bedoeling was op deze wijze aan de werkzaam heden te gaan deelnemen, In de commissie voor algemene zaken is ge sproken over het experiment van inspraak. In eerste instantie zijn de Gal- derse Meren aan de orde. geweest en toen er op dat gebied geen mogelijk heden bleken te bestaan, hebben wij voorgesteld de Hoge Vucht in de uitvoerende fase als experiment aan te merken of althans te onderzoeken of er op dat gebied mogelijkheden waren. Mijns inziens is het de bedoe ling van de commissie voor algemene zaken het experiment te begelei den en te volgen op grond van haar verantwoordelijkheid als "democra- tiseringscommissie". Thans is naar mijn mening de samenstelling van het projectteam aan de orde, waarbij deelname van de raad gewenst is. Het lijkt mij dat het niet de bedoeling van de commissie voor algemene zaken is dat twee van haar leden aan de werkzaamheden deelnemen. Ove rigens kan dit onderwerp misschien beter in de commissie voor algeme ne zaken aan de orde komen. De heer VAN CAULIL; Al lange tijd heb ik het gevoel dat ik door mevrouw Van Nes word uitgenodigd iets te zeggen. Haar opmerkingen in eerste termijn is zij begonnen met te zeggen dat de C. D. A. -fractie slechts kort had gesproken en dat zij langere tijd nodig zou hebben. Daar bij moest ik er aan denken dat ik eens stond te luisteren naar een dorps- harmonie en dat iemand tegen mij zei; "Ze blazen hard maar ze kunnen veel harder."' Het is heel goed mogelijk dat er nog veel langer gesproken kan worden. Ik zou echter zeer in het kort nog even willen terugkomen op de inhoud van mijn opmerkingen. Aangezien 120 van de 300 wonin gen zijn aangeduid als woningen die geschikt zijn voor bewoning door bejaarden, is het, zoals ik heb gezegd, van groot belang dat in de to renflats twee liften worden aangelegd. Misschien denkt mevrouw Van Nes dat deze liften zijn bedoeld voor huisdieren of het vervoer van een dui-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 468