46 17 JANUARI 1974 het aantal uren vakonderwijs nog verder te verminderen. Daarover zul len wij een andere keer nog wel eens spreken.' Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: Ik stel voor nu te gaan pauzeren. De vergade ring is geschorst. PAUZE. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. 24. bijlage nr. 19. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE VERBETERING VAN WATERLOPEN IN HET GEBIED TEN NOORDEN VAN HET RUILVERKAVELINGSPLAN PRINCENHAGE-NOORD. De heer GEENE: Met dit voorstel heb ik enige moeite, aangezien het college een krediet vraagt dat het niet nodig heeft. Ik moet name lijk constateren dat de extra subsidie van 402. 000, -- niet in de be rekening wordt betrokken, terwijl het gevolg daarvan zou kunnen zijn dat het bedrag van 320. 000, -- dat is gereserveerd voor de verbete ring van waterlopen in 1974 niet behoeft te worden gebruikt. Ik heb een vluchtige berekening gemaakt die het college wellicht nog eens wil la ten narekenen door de dienst. Uitgaande van een bedrag van ƒ.1.019.100,— komt men op een subsidie-bedrag -- 60"Jo -- van 611.400, --. Er blijft dan 407.700, -- over. Er wordt een extra subsidie verstrekt vanƒ.402.000 maar op dit punt is mijn berekening waarschijnlijk niet helemaal correct deze subsidie is bestemd voor het gehele werk, dat in fasen wordt uitge voerd. Dit scheelt ons ongeveer 300. 000, --, zodat wij iets van het be drag van 402. 000,-- moeten aftrekken. Dan zou er nog 5.700,-- resteren en gezien de bijdrage van Prinsenbeek van 14. 300, -- zouden wij volgens deze berekening ongeveer 9. 000, -- overhouden. Dat kan na tuurlijk niet juist zijn, maar het is voor mij duidelijk dat het gevraagde bedrag nooit geheel nodig kan zijn. Gaarne zou ik van de wethouder wil len vernemen of hij inmiddels dit merkwaardige voorstel heeft bestudeerd en tot dezelfde ontdekking is gekomen. De VOORZITTER: Wat is er aan de hand, wethouder? Wethouder VAN GRAAFEILAND: Er is helemaal niets aan de hand, mijnheer de voorzitter.' De VOORZITTER: O, gelukkig.' Wethouder VAN GRAAFEILAND: Misschien mag ik de berekening ook even maken. Globaal gesproken is er een totale investering van 1 miljoen, waarin de cultuurtechnische dienst een bedrag van^600.000, ijdraagt, zodat er een bedrag van 400. 000,-- overblijft. Vervolgens draagt de gemeente Prinsenbeek nog eens 50. 000, -- bij, waarna ca. 350. 000, -- overblijft. Nu heeft de cultuurtechnische dienst bericht dat in het kader van de D. A, C. W. -subsidie maximaal 402. 000, -- supple toir zal worden gesubsidieerd: dit bedrag zal dus niet zonder meer worden uitgekeerd maar geeft alleen de maximale hoogte van de uitkering aan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 46