481
18 APRIL 1974
wicht heb gehecht. Ik vond het een uitermate goede gedachte dat een
dergelijk stuk zou moeten worden opgesteld. Tijdens de behandeling van
de budgetmethode is de ontwikkeling naar ik meen a.l in een bepaalde
richting gegaan. Wanneer de weg van de deelbegrotingen wordt ingesla
gen, doet zich de moeilijkheid voor dat men ook het geheel moet pro
beren te overzien. Over de methode hebben wij nog geen slotsom bereikt,
maar wanneer de deelbegrotingen als uitgangspunt worden genomen en er
langzamerhand een werkwijze wordt gevonden voor het verkrijgen vaneen
integrale visie op de financiële mogelijkheden, kan daaruit naar ik meen
op een gegeven ogenblik een beleidsnota voortvloeien. Bij de methode
die thans wordt gevolgd heeft het weinig zin vooraf een beleidsnota op te
stellen om vervolgens te bepalen wat de financiële mogelijkheden op de
deelgebieden zijn. Men zou kunnen zeggen dat er sprake moet zijn van
een evolutie: eerst moet men een tijdlang werken met de methode van
de deelbegrotingen, waarbij de integrale benadering in het oog moet wor
den gehouden. Daaruit moet liefst zo snel mogeiijk -- in de volgen
de zittingsperiode een beleidsnota voortvloeien; ook daarbij zullen de fi
nanciën die slechts zeer weinig ruimte zullen bieden beperkingen opleg
gen.
De heer Crul heeft naar mijn opvatting terecht in de commissie voor
algemene zaken een duidelijk voorstel gedaan, waar ik mij direct achter
heb geschaard en waarvoor ik nog eens zou willen pleiten, Ter bevorde
ring van het integrale overzicht dienen de commissie voor de financiën
en de commissie voor algemene zaken gezamenlijk te overleggen. De
heer Crul heeft daaraan toegevoegd dat hierbij ook uitgebreid overleg
moet worden gepleegd met de ambtenaren die met de financiële, aange
legenheden belast zijn, teneinde tot een integraal overzicht te komen.
Men zou bijna kunnen zeggen dat de commissie voor de financiën in de
toekomst moet worden beschouwd als een commissie die vier jaar lang
binnen de uitgestippelde lijnen werkzaam is en dat deze algemene lij
nen moeten worden vastgesteld in samenwerking tussen de commissie voor
de financiën en de commissie voor algemene zaken, in die richting zou
men de oplossing moeten zoeken; in ieder geval kan er iets op dit gebied
worden geprobeerd.
De heer CRUL: De PAK-fractie gaat akkoord met het voorstel .waar
over in de commissievergadering en ook vanavond reeds uitvoerig is ge
sproken. Daaraan zou ik niets meer hoeven toe te voegen, ware het niet
dat er enkele vragen zijn blijven liggen die het college uit de commis
sies voor de financiën en voor algemene zaken heeft "meegenomen".Uit
de verslaglegging van de vergadering van de commissie voor de financiën
zijn bepaalde opmerkingen, in die vergadering gemaakt -- waarover ook
de heren Van Banning en Von Schmid hebben gesproken niet direct
duidelijk op te maken. De PAK-fractie is voor het jaar 1974 akkoord ge
gaan met de methode voor budgetverdeling, onder aantekening dat de
bovenbouw nog moet komen, U hebt toen, mijnheer de voorzitter, ge
zegd dat dit in 1975 waarschijnlijk niet mogelijk zal zijn, maar dat po
gingen in deze richting zullen worden ondernomen. In dit opzicht bent
u in de discussie naar mijn indruk altijd wat optimistischer dan de bur
gemeester, die in de voorafgaande vergadering van de commissie voor
algemene zaken heeft gezegd dat hij de verwezenlijking van een en an
der niet goed mogelijk achtte, U hebt zich in de laatstgehouden verga
dering niet in deze zin uitgelaten, In dit verband is een samenhang tus
sen de beide commissies, waardoor zowel de burgemeester als de wethou
der van financiën aan het overleg zullen deelnemen, nog niet zo slecht.
Wij hebben geconstateerd dat de bovenbouw ontbreekt en medege-