494 18 APRIL 1974 winstpunt van de sanering die in deze wijk gaat optreden toegejuichtjdit aspect zal voor ons allen tot tevredenheid voor de toekomst leiden ener is zeker een stap in de goede richting gezet. Daarbij heb ik evenwel aan getekend dat ik juist met het oog op ons respect voor de wetgeving en de loyaliteit die deze bij een aanvraag als deze vereist had gehoopt dat een tweede winstpunt bereikt had kunnen worden. Omdat de sanering --op zichzelf al een goede ontwikkeling nu eenmaal aan de orde is, zou daarin een tweede fase bereikt kunnen worden in de vorm van een alge mene school. De mogelijkheid tot vrije uitwisseling van gedachten in een open gesprek binnen het schoolverband waarop ook de heer VonSchmid heeft gedoeld zou daardoor gemakkelijker tot stand komen. In eerste termijn heb ik gezegd en thans wil ik graag herhalen dat de discussie die al jarenlang wordt gevoerd niet alleen betrekking heeftop het bijzonder onderwijs maar ook op het openbaar onderwijs en de identi teit daarvan. Daarvoor is zelfs een commissie ingesteld, waarin onder an deren de heer Vis en ik zitting hebben, u, mijnheer de voorzitter, beiden wèl bekend van vroegere debatten. Daarnaast moet evenwel natuurlijk wel degelijk worden overwogen daarom heb ik dan ook de gegevens van de sociografische dienst nog eens nagekeken -- dat de actualiteit van de vraagstukken toeneemt. In dat verband kan het onderhavige preadvies, juist omdat het ver de toekomst in reikt, zekere risico's voor de toekom stige samenwerking inhouden. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: U hebt gezegd dat het gehele Bre dase onderwijs in de laatste jaren ingrijpend veranderd is. Juist daarom vind ik het zo jammer dat deze verandering nog geen concrete realisering in deze wijk heeft gevonden. Evenals de heer Van Os ben ik van mening dat het door u genoemde respect voor de opvatting van wie dan ook nu juist in een samenwerkingsschool tot zijn recht kan komen. Dit is een van de doelstellingen van een samenwerkingsschool. Aangezien u ten aanzien van het onderzoek in de toekomst geen toezegging kan doen, zou ik u willen vragen of u in ieder geval attent wilt blijven op een eventuele mogelijkheid voor de instelling van een openbare school, als de ontwikkelingen zich in de toekomst anders gaan voordoen. Vervolgens wil ik iets zeggen over de criteria die ouders aanleggen bij de keuze van de school die zij hun kinderen willen laten bezoeken. In de eerste plaats is daarbij zoals de heer Van Os al heeft gezegd de kwali teit van de school van belang. Daarnaast is de afstand zeer belangrijk, ter wijl evenwel de signatuur niet meer het belangrijkste criterium is. De heer VON SCHMID: Niet op alle aspecten wil ik meer ingaan.De heer Van Os en mevrouw Willems hebben zonder meer geconstateerd dat de signatuur -- het principe dat achter de school zit -- voor vele ouders niet meer belangrijk zou zijn. Dit wordt niet bevestigd door de aanmel dingen die nog steeds binnenkomen bij bijzondere scholen met een be paalde signatuur, zowel de katholieke als de protestants-christelijke scho len. Ik geloof graag dat er bepaalde tendensen zijn, maar het is een vrij onbewezen stelling dat zeer veel ouders de signatuur minder belangrijk achten. Er is zeker een bepaalde ontwikkeling, maar er doet zich op het ogenblik ook een tegengestelde ontwikkeling voor. Men zou cijfers van de verschillende scholen in Breda moeten zien om te bepalen of de ef fecten werkelijk zijn zoals ze hier zijn beschreven. De VOORZITTER: Op enkele punten wil ik nog ingaan. Ik kom enigs zins in conflict als voorzitter en als wethouder van onderwijs, want zoals men weet interesseert het vraagstuk dat aan de orde is mij hevig. Dit brengt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 494