497 18 APRIL 1974 een bijdrage van de zijde van de rijksoverheid te krijgen wanneer bij zondere arbeiders zouden worden ingeschakeld, Ik geloof dat er zelfs 4 miljoen subsidie kon worden verkregen. Om deze subsidie mogelijk te maken heeft de gemeente de bouw zelf ter hand genomen. Daarmee verviel voor mij de gehele relatie met de vennootschap in oprichting. Destijds heb ik al gezegd dat ik akkoord kon gaan met de bouw van het zwembad, maar dat ik mij met betrekking tot de exploitatie mijn stand punt wilde voorbehouden aangezien ik mij toen de vennootschap het zwem bad niet zou gaan bouwen met het oog op de exploitatiemogelijkheden niet gebonden achtte. Ik zal het woord voeren namens verscheidene leden van mijn frac tie, hoewel het enigszins moeilijk is met twee monden te spreken. De meeste leden van mijn fractie namen tijdens de behandeling in de frac tie een ander standpunt in dan iK en zij hebben mij gevraagd dit hierme de te delen. Dit neemt echter niet weg dat ik moeite heb met dit voor stel. In de fractievergadering is mij gevraagd wat nu eigenlijk mijn be zwaar is en dat wil ik thans duidelijk maken. Als het onderhavige zwem bad in Breda en omgeving het enige zou zijn, zouden er geen wrijvingen ontstaan. Ik wijs echter op zwembaden in de regio waarbij de gemeente betrokken raakt, waarbij ik zelfs Wolfslaar kan noemen. Aan de ene kant gaat de gemeente zelf deelnemen aan de exploitatie van te bouwen zwem baden en aan de andere kant gaan wij een zwembad uit handen geven.Het beheer van het sportfondsenbad, Wolfslaar en Het Ei verliep toch steeds goed? Ik vraag mij dan ook af waarom in dit geval een aparte beheers vorm moet worden gekozen. Het is mogelijk dat een algeheel onderzoek zou uitwijzen dat het gewenst is alle zwemgelegenheden in Breda bij an deren in exploitatie te geven. Daarover zou ik dan graag cijfers willen zien en het is heel goed mogelijk dat deze wenselijkheid daarmee inder daad wordt aangetoond. Het lijkt mij evenwel onjuist thans verdeeld te gaan optreden, bestaande structuren volledig te doorkruisen en zelfs pro blemen te scheppen. Ik kan dan ook met het voorstel niet meegaan,hoewel ik het antwoord van de wethouder zal afwachten alvorens mijn definitie ve standpunt te bepalen. Even heb ik mij afgevraagd of deze kwestie misschien snel moet wor den afgerond omdat de wethouder vertrekt. Zijn er toezeggingen gedaan die moeten worden uitgevoerd vódt het vertrek van de wethouder? Eerder in de vergadering is gezegd dat belangrijke kwesties zeer goed verschop ven zouden kunnen worden naar de nieuwe zittingsperiode. Ik vraag mij dan ook af waarom nu zo snel en naar mijn mening slecht voorbereid een besluit over de exploitatie moet worden genomen. Zonder de kwestie te willen dramatiseren wil ik er aan herinneren dat wij in Breda al eens een schip te water hebben gelaten met een bepaalde exploitatievorm. Nu wij zelf te water gaan, moeten wij naar ik meen goed uitkijken en de duikers- bril goed schoonvegen. Hoewel wij niet aan diepzeeduiken hoeven te gaan doen, zou ik graag zien dat het zuurstofapparaat degelijk werd aangeslo ten voordat ik met deze nieuwe vorm in zee wil gaan. Tot besluit wil ik artikel 24 van de overeenkomst citeren. Hierin staat: "Het kollege van burgemeester en wethouders machtigt de raad van beheer van de te vormen vennootschap om met de Vereenigde Sportfond- senbaden N.V. te Amsterdam een overeenkomst aan te gaan, waarbij de uitvoering van bepaalde werkzaamheden welke uit de verantwoordelijk heid van de raad van beheer van de te vormen stichting voortvloeien aan laatstgenoemde vennootschap wordt gedelegeerd". Er wordt dus een in stantie gecreëerd, maar van de verplichtingen die deze instantie wil aan gaan is mij niets bekend; ik beschik wel over een soort overeenkomst,maar deze heeft meer betrekking op de financiële resultaten. Thans moeten wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 497