17 JANUARI 1974 49 jecteren van de mogelijkheid tot vestiging van een veertienklassige basisschool en een vierklassige kleuterschool met daarnaast mogelijk heden tot openluchtrecreatie voor verscheidene leeftijdsgroepen zal de aantrekkingskracht voor jonge gezinnen vergroten. Jammer is het dat wij op dit ogenblik nog geen inzicht hebben in de vragen of en zo ja, in welke vorm en omvang sociale woningbouw kan plaatsvinden. Indien dit onverhoopt niet zou doorgaan, hebben wij nog wel een contractue le verplichting ten opzichte van de bouwer, waarin wordt bepaald dat dit aantal woningen eveneens onderworpen zal zijn aan een gelimiteer de huur van/. 375,-- per maand, gerekend naar het huidige prijspeil. Voordat ik een getal noem, moet mij van het hart dat ik nergens in het voorstel een duidelijk getal kan vinden voor het overige aantal woningen dat in Princenhage-West kan worden gebouwd. Ik heb daar over op diverse plaatsen getracht gegevens te vinden, waarbij ik wel op enkele getallen uitkom, maar ik meen dat men het best de te verkopen grondoppervlakte kan delen door 170 m2, de gemiddelde kavelgrootte. Mijn uitkomst is het getal 850 en ik hoop dat dat het goede getal is, maar misschien is het wel helemaal fout. Aan de intentie van mijn ver dere betoog doet dit echter eigenlijk niets af, want ik heb berekend dat het overige aantal woningen 600 zou zijn en na aftrek van 70 vrije- sector-woningen resteert een aantal van 530 huizen die bestemd zijn voor de premie-verhuur-sector. Wij verkeren in het ongewisse ten aan zien van de toekomstige huur van deze woningen. Weliswaar is het mo gelijk dat een subjectsubsidie wordt gegeven, maar desondanks vrezen wij dat vele gegadigden hierbij tussen de wal en het schip zullen vallen. De heer KROON: Over dit agendapunt zou ik namens de K.V.P.- fractie en de protestants-christelijke fractie enkele opmerkingen wil len maken. In eerste instantie meen ik te moeten opmerken dat het be lang van een spoedige en snelle ontwikkeling van het plan Princenhage- West I -- vooral voor de kern van Princenhage als winkel- en buurtcen trum eigenlijk geen betoog behoeft; daarover is in het verleden al zeer vaak gesproken. De heer Spanjer heeft zojuist nog weer eens gewe zen op de argumenten die wij in het verleden hebben gehanteerd voor het ontwikkelen van bouwactiviteiten in Princenhage, namelijk de sti mulerende uitwerking op de kern. De zo noodzakelijke bouw van kwalitatief goede eengezinswonin gen, gedifferentieerd in uitvoering en prijsklasse, is mijns inziens even eens iets waarmee de gehele raad alleen maar gelukkig kan zijn. Met het plan is de raad aanvankelijk in zijn afdelingen en sinds enige tijd in de commissies voor openbare werken en ruimtelijke ordening vanaf 1969 reeds herhaaldelijk geconfronteerd en ik meen dan ook dat dit plan met grote prioriteit ter hand moet worden genomen. De inschakeling van de woningbouwverenigingen bij het overleg met het ontwikkelingsteam heeft geresulteerd in de mogelijkheid tot het bouwen in de sector van de sociale woningbouw, hetgeen wij van groot belang achten. Daarbij werd met de koper van de grond afgespro ken dat op de over te dragen grond mede een contingent woningen in de goedkopere sector gebouwd zal kunnen worden. Ik sta daar zeer po sitief tegenover. Gezien het contract en de exploitatie-opzet van de grondpool e. d. kunnen onze beide fracties slechts tot de conclusie ko men dat een snel en goed begin van deze bouw alleen maar winst voor de gemeente kan opleveren. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik verkeer in een enigszins moeilij ke situatie, omdat ik van mening ben dat het voorstel dat thans aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 49