502
18 APRIL 1974
Wethouder MANS- Uit de woorden van de heer Sandberg kon ik niet
goed meer wijs worden. Hij heeft gesproken over "één pot nat"; het lijkt
mij het beste om zoals dat in dit geval te doen gebruikelijk is God's wa
ter maar over God's akker te laten lopen, dan komt het ook wel eens in
het zwembad terecht.'
De heer Van Caulil heeft gesproken over overleg tussen de direc
teuren. Ik denk dat er enig misverstand heerst: de gemeentelijke baden
zijn in beheer bij de dienst voor jeugd en sport. Deze dienst heeft één
directeur, die ons heeft geadviseerd tot de thans voorgestelde construc
tie te komen, nadat hij overleg had gepleegd met zijn medewerkers die
bij de zwembaden betrokken zijn. Men kan er dan ook van overtuigd zijn
dat de denkbeelden die bestaan bij de dienst voor jeugd en sport parallel
lopen met de ideeën van het college in dit opzicht. Ik kan niet inzien
dat er enige frictie zou kunnen ontstaan, wanneer ik uitga van de zojuist
gesignaleerde overeenkomst in opvattingen.
De heer Van Os heeft gezegd dat het zwembad moet worden ver
huurd aan de N.V. Sportfondsenbaden. Dat gaan wij dan ook doen,maar
daarbij maken wij gebruik van de N.V. Sportfondsenbad Breda-Noord i.o.
Dit is een normale constructie die de N.V. Sportfondsenbaden in verschei
dene plaatsen hanteert, zodat er in dit geval niets nieuws gebeurt. Ter
plaatse wordt een raad van beheer ingesteld, in dit geval de raad van be
heer Breda-Noord. Bestaande sportfondsenbaden -- ook het bad in Breda
-- worden volgens deze constructie geëxploiteerd. Over de mogelijke
tussenkomst van een B. V. is nog geen uitsluitsel gegeven; dit is slechts
een technische kwestie en indien een dergelijke tussenkomst financieel
voordeel voor de gemeente oplevert -- met de B. T. W. zijn aanzienlij
ke bedragen gemoeid --, zal er een speciaal besluit in de gemeenteraad
moeten worden genomen. Ik kan mij voorstellen dat de heer Van Os hier
enige moeite mee heeft, maar dit punt zal, indien de tussenkomst van
een B„ V. wenselijk wordt geacht, opnieuw ter discussie worden gesteld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten.
De VOORZITTER; Ik constateer dat wij inmiddels aan het "over
werken" zijn, maar ik zou de raad willen voorstellen de agenda thans
toch maar af te werken.
Aldus wordt besloten.
37. bijlage nr. 128
MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE
DE BOUW VAN GOEDKOPE WONINGEN IN STADSVERNIEUWINGS
GEBIEDEN.
De heer SPANJER; Over deze mededeling zou ik niet alleen als
raadslid maar ook als lid van de commissie voor openbare werken wil
len spreken. Het is mij overigens bekend dat dit laatste formeel niet
mogelijk is en ik leg mij daar bij neer. Ik zou te kennen willen geven
dat ik het betreur dat dit onderwerp nu op de agenda staat, voordat de
commissie voor openbare werken er een bespreking aan heeft kunnen
wijden en er zich volledig in heeft kunnen verdiepen. Wat is nu eigen
lijk gebeurd? Wethouder Van Dun heeft een plan van de minister ter spra
ke gebracht, en wel op een dusdanig vroeg tijdstip, dat nog niet precies
bekend was wat de consequenties waren. De opmerkingen van wethou
der Van Dun zijn uiteraard verkort in de krant weergegeven, want de vol-