509
18 APRIL 1974
geleden voor gepleit zo snel mogelijk met kaalslag te beginnen, omdat
renovatie of opknappen van deze wijk volkomen onmogelijk is. Ik heb
ervoor gepleit ter plaatse nieuwe woningen te bouwen. Een soortgelijke
maatregel die de minister vroeger eens heeft getroffen was de bevorde
ring van de bouw van extra goedkope woningen uit de "bevroren kinder
bijslagregeling" j wij hebben geprobeerd deze maatregel toe te passen,
maar tot op de dag van vandaag hebben de minister en de hoofdingenieur
directeur ons op herhaald verzoek nog niet duidelijk kunnen maken waar
wij de desbetreffende woningen precies mogen projecteren. Er zijn 226
woningen van de algemene woningbouwvereniging in de randbebouwing
van de Hoge Vucht gereed en voordat de eerste bewoners de woningen
kunnen betrekken, willen wij graag van de minister weten welke van die
woningen wij in aanmerking mogen laten komen. Tot op de dag van van
daag hebben wij nog geen bericht ontvangen.
In de Gerardus Majellawijk wil men graag inspraak. Er heeft hier
omtrent een bericht in de krant gestaan, waarop ik in de commissie voor
openbare werken zal terugkomen. Het is niet mogelijk in dit gebied mor
gen aan kaalslag te gaan doen en overmorgen plannen te maken die kun
nen leiden tot de realisering van dit project. Men kan wel zeggen dat wij
overeenstemming over afbraak van 250 van de 330 woningen hebben, maar
het is de bedoeling mede op verzoek van de wijk te komen tot een bete
re infrastructuur. Er moet derhalve in de wijk een langdurig proces van
voorbereiding van een bestemmingsplan op gang worden gebracht, waar
bij niet de dienst openbare werken net plan zal opstellen maar waarbij
dit in een gesprek zal worden opgesteld.
In het voorafgaande heb ik, gezien de tijd, in vogelvlucht de drie
in aanmerking komende objecten beschreven en gewezen op de proble
men die in elk van de drie gevallen bestaan. Nu kan men er natuurlijk
op aandringen dat Breda zich in Den Haag als gegadigde aanmeldt.Hoe-
wel ik mij nog niet over de motie mag uitspreken omdat daarover in het
college nog geen beraad is geweest, meen ik persoonlijk dat het volsla
gen onmogelijk is enig project aan te melden. Ik moet dan ook consta
teren dat de minister het doel dat Breda voor ogen staat voorbijschiet.
Op die manier zullen er treurige geluiden in Breda klinken. Ik ben niet
verantwoordelijk voor de koppen in de krant maar ik wil er op wijzen dat
men in Bergen op Zoom, waarmee de contacten uitstekend zijn, als een
kind zo blij was dat men volkomen toevallig in de binnenstad plannen
voor de bouw van een complex van 80 woningen had die precies in de
strategie van de minister pasten.
Overigens is het betoog dat ik vanavond houd niet specifiek Bre
daas. 80°]o van de Nederlandse gemeenten heeft op precies dezelfde wij
ze gereageerd; alleen de gemeenten waar toevallig iets aan de gang was
hebben een andere reactie laten horen.
Betekent dit alles nu dat wij nu volstaan met de constatering dat
het jammer is dat de minister zo gek heeft gedaan en verdere activitei
ten achterwege laten? Integendeel; de dag na het eerder vermelde ge
sprek in Den Haag zijn wij bij de hoofdingenieur-directeur in Den Bosch
geweest om over dit probleem te spreken. Wij hebben geen oplossing be
reikt. A.s. donderdag zal er 's middags een bespreking met staatssecre
taris Schaefer worden gevoerd en ook daarbij zullen wij de problemen
aan de orde stellen. Wat wij nastreven is de toezegging van de minister
dat er sprake kan zijn van een proces op langere termijn. Zoals de heer
Spanjer heeft gezegd kan slechts van de maatregelen gebruik worden ge
maakt als wordt bepaald dat zij voor meer dan drie jaren gelden. Wij
zijn alert en voeren vele besprekingen maar op het ogenblik is er geen
soelaas te bieden.