18 APRIL 1974
514
van de commissie voor openbare werken zal worden gehouden; deze "kort
sluiting" kan dus tot stand worden gebracht.
De heer Froger heeft gesproken over "verlakkerij" van de minister;
deze opmerking komt uiteraard voor zijn rekening. Ik weet niet of men
dat zo mag noemen
De heer FROGER: Dat mag hfer."
Wethouder VAN DUN; In ieder geval constateer ik dat de minister
ons opscheept met deze discussie.
Ik moet de heer Van Os mededelen dat ik de grondprijs in Bergen
op Zoom niet ken. Misschien kan ik de heer Van Os enigszins op weg
helpen. Niet alle woningen in de binnenstad hoeven op dure gronden te
worden gebouwd: in Breda hebben wij daarvan een voorbeeld. Het verve
lende is dat wij in de Haagpoort en in het gebied Leuvenaarstraat/Mid
dellaan projecten moeten realiseren op gekochte grond met een vrij ho
ge verwervingsprijs die leidt tot de grondprijs die ik heb genoemd. Om
gekeerd kunnen wij in de Gerardus Majellawijk, wanneer ooit het ogen
blik aanbreekt dat wij daar huizen kunnen bouwen, gemakkelijker uit de
voeten omdat het complex ons eigendom is. Aan de ene kant is dit een
nare erfenis, maar aan de andere kant bestaat het voordeel dat wij daar
niet met hoge grondprijzen hoeven te werken. Zo zou de situatie in Ber
gen op Zoom kunnen zijn.
De heer VAN OS: U moet toch eens informeren.'
Wethouder VAN DUN: Dat zal ik doen, dan krijgt u nog antwoord
ook.'
De heer Spanjer moet zich niet vergissen door te menen dat deamb
tenaren hebben gezegd dat continuering mogelijk is. Wij pleiten voor con
tinuering en wellicht is de minister bereid daarover te spreken. Dat is ook
de reden van onze expedities naar Den Haag.
De heer Crul heeft mij toch wel weer een klein beetje geraakt door
te zeggen dat het college de pretentie heeft zich met de woningsituatie
in Breda bezig te houden maar dat de economisch zwakkeren steeds het
kind van de rekening blijven. Ik geloof dat dit nu juist niet waar is.Om
de vergadering niet te lang te maken zal ik slechts enkele voorbeelden
noemen. De raad geeft gemiddeld 38. 000, -- per renovatiewoning uit
om mensen met lage inkomens daarin te laten wonen. Voorts zijn wij er
na lange onderhandelingen in Princenhage-West I in geslaagd niet alleen
140 woningen in de woningwetsector te realiseren, maar bovendien een
honderdtal andere woningen in huur aan het niveau van de woningwetwo
ningen te koppelen. Ook zijn wij bezig de uitvoeringsbeschikking van de
minister ter zake van de extra gesubsidieerde goedkope woningen juist
toe te passen in wijken waar mensen met lage inkomens wonen.Op grond
van deze voorbeelden meen ik dat wij niet kunnen zeggen dat de econo
misch zwakkeren in Breda onderbedeeld zijn. Mijns inziens hebben wij
met medewerking van de raad juist terecht een aantal maatregelen in
die richting genomen.
Met betrekking tot de Gerardus Majellawijk bestaat bij de heer Crul
naar ik meen nog een misverstand. Wanneer er veertig woningen op de
plaats van het badhuis zouden moeten worden gebouwd, zou het badhuis
moeten worden gesloopt. Dat is overigens nog niet het ergste: bovendien
kan men namelijk niet maar zonder meer veertig woningen "wegkwakken
Deze woningen zullen in overleg met de bewoners in een infrastructuur
die wij op het oog hebben moeten worden ingepast. Deze infrastructuur