515
18 APRIL 1974
is morgen niet gereed waardoor nu juist de problemen worden veroorzaakt.
Ten aanzien van de opmerking dat Breda een groeigemeente zou
zijn meen ik dat nu juist de heer Crul tijdens de bespreking van de Haag
se Beemden heeft gezegd dat Breda nu niet direct groeit. Breda is helaas
geen groeigemeente. Misschien wordt dat ooit nog eens anders»
Samenvattend stelt het college voor het gesprek voort te zetten in
de commissie voor openbare werken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
De discussie over de mededeling van burgemeester en wethouders
wordt hierna gesloten.
RONDVRAAG.
De heer FROGER: Zoals men waarschijnlijk weet, is het oude Gin-
neken eerder dan de stad Breda van elektriciteit voorzien. Nu ishetramp-
zalige echter dat een deel van de straatverlichting uit dezelfde tijd stamt
-- ongeveer vijftig jaar geleden zodat zij vaak niet goed functioneert
In het bijzonder zou ik de aandacht willen vragen voor de Rozenlaan.waar
de helft van de verlichting al geruime tijd niet meer brandt.
De VOORZITTER: Nu de vergadering bijna is beëindigd, wil ikvast-
stellen dat dit, tenzij er iets bijzonders gebeurt, de laatste raadsvergade
ring is waarin wethouder Mans optreedt. Een goed en prettig collega ver
trekt. Wij zijn de heer Mans bijzonder dankbaar voor de wijze waarop hij
in het college heeft gefunctioneerd. Naar wij hopen zal de ervaring in het
bestuurswerk van Breda hem ten goede komen in zijn nieuwe werkkring,
waarin wij hem alle succes toewensen. Voorts hopen wij dat de heer Mans
met zijn gezin zeer prettig zal werken en leven in Maastricht en dat hij
af en toe nog eens met goede herinneringen terugdenkt aan Breda. Hierbij
moge ik het laten omdat wij ons voorstellen op 16 mei iedereen in de ge
legenheid te stellen wat nader in te gaan op het afscheid van wethouder
De heer KROON: Vanwege het late uur zou ik mij willen aanslui
ten bij de woorden die u tot wethouder Mans hebt gesproken. Namens de
gehele raad feliciteer ik hem met zijn benoeming in Maastricht. Ik wens
hem het allerbeste toe en dank hem voor de werkzaamheden die hij in
deze raad heeft verricht.
Wethouder MANS: Ik dank de heer Kroon en u, mijnheer de voor
zitter, voor de woorden die zijn gesproken. Graag wil ik deze woorden
proeven en er bij een latere gelegenheid op reageren.
Mans.
Druk: B. S. W. - Breda,
