16 MEI 1974
520
42.bijlage nr. 169
Preadvies van burgemeester en wethouders op een 4-tal ver
zoeken om medewerking ingevolge het bepaalde in artikel 72
der lageronderwijswet 1920 c.q. artikel 50 der kleuteronderwijs
wet voor het uitbreiden, respectievelijk stichten van een aantal
scholen.
Aanwezig: MEVR. W. JaGER-MIDDELBEEK, MEVR. IR. E.M. VAN
NES-BRANDS, MEVR. M. L.A. PAULUSSEN, MEVR. J.A. W. VAN
ROOIJ- VAN DEN HEUVEL, MEVR. D. H. J. WILLEMS-VAN DOORN
en de heren L.A.M. VAN BANNING, H. BIEMANS, H. BROEDERS,
J. L.G. BROOIMANS, P.J. VAN CAULIL, C.J, CRUL, D.J.D. DEES,
J.P.A. VAN DUN, C.A. VAN DU IJL, G.J.C.J. EISSENS, F.P.M.
FROGER, J. G. W. GEENE, G.H.J. GIELEN, J. P. M. GOOS, J.A.
VAN GRAAFEILAND, A.M. JANSEN, A. B. KRAMER, A. KROON,
A.W. VAN LOON, L. NIHOT, L. Ph. VAN OS, A.H.W. M. DE
RAAFF, G.A. ROOZEBOOM, JHR, R. G. P. SANDBERG, JHR. DRS.
F.A. VON SCHMID, A. SPANJER, J. P. W.A.A.M. TAKS, J. C.
A.M. VEELENTURF, DRS. Y. P. W. VAN DER WERFF en J. A. VAN
DEN WIJNGAARD.
Afwezig met kennisgeving: de heren DRS. P. L. E, AMERICA, A.C.
W. M. MENSEN en J. H.M. QUADEKKER.
Er is één vacature.
Voorzitter: de heer IR. W.J. L. J. MERKX.
Secretaris: de heer DR. J.P.A, VAN DEN DAM.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 15 van het reglement
van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
1. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING
D. D. 28 FEBRUARI 1974.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden
deze notulen ongewijzigd vastgesteld.
2. INGEKOMEN STUKKEN.
A. ter kennisgeving onder mededeling dat de stukken zullen
worden afgedaan door de zorg van burgemeester en wet
houders c.q. de burgemeester.
a. Schrijven bewoners de la Reijweg, Piet Avontuurstraat
en Olympiastraat d.d. 25 maart 1974, waarin veront
rusting wordt uitgesproken tegen een eventuele uitbrei
ding van Wagemakers/Hoechst.
b. Schrijven van 15 maart 1974 van de Nederlandse Bond
van Makelaars in Onroerende goederen naar aanleiding
van discussie in raad over vestiging van kortingwinkels,
het antwoord d.d. 16 april 1974 hierop van het college
van b. en w. en de reactie van de N. B. M. in deze
van 18 april 1974.