531 16 MEI 1974 passieve recreatie vervult; ik kom daar nog op terug. Ook wij be treuren het dat het niet mogelijk is gebleken het bedrijfsleven en de regio tot een bijdrage in de exploitatietekorten te bewegen. Reeds eerder is er in de raad over gesproken dat N. A. C. een trekkracht uitoefent op bezoekers van buiten Breda en dat de regiogemeenten op grond daarvan bereid zouden moeten zijn een bijdrage te leveren. Tot nu toe zijn deze gemeenten daartoe niet overgegaan, terwijl ook het bedrijfsleven het in feite nog laat afweten, ondanks de verantwoordelijkheid waarover verschillend wordt gedacht -- die het in dezen heeft. Naar aanleiding van het preadvies aangaande de toekomstige ontwikkelingen het volgende. Met het oog op de reeds genoemde functie van N.A.C. menen wij dat de subsidiëring in de toekomst positief benaderd zou moeten worden. Er zijn evenwel nog veel onduidelijkheden, doordat het college nog niet ingaat op de moge lijkheden en de te stellen voorwaarden, en wij willen dan ook nog geen definitief oordeel geven. De meerderheid van de fractie blijft van mening dat er gesubsidieerd zal moeten worden, ook in de toe komst, opdat een basis wordt gelegd voor een redelijk voortbestaan van N. A.C., eventueel in de middenmoot van het betaald voetbal. Aangezien N.A.C. een bepaalde functie vervult, hechten wij niet zo zeer aan het eredivisieschap, hoewel dit uiteraard wel van belang is voor de exploitatiemogelijkheden. Thans wil ik even ingaan op de enigszins bijzondere bena dering van het subsidiebeleid van de gemeente waarvan sommige raadsleden blijk geven. De heer Jansen heeft er reeds op gewezen dat een belangrijk deel van onze subsidies naar de amateursport gaat of wordt besteed aan andere steun voor recreatieve activiteiten; aat wordt wel eens vergeten. Ook toneelgezelschappen en het Bra bants Orkest ontvangen subsidies, die naar mijn persoonlijke mening in relatie moeten worden gebracht met hetgeen wij voor N.A.C. zouden kunnen en willen doen. Het Brabants Orkest, het toneel en de stadsschouwburg zijn op een enigszins vergelijkbaar terrein werk zaam: degenen die bij N.A.C. gedeeltelijk bun brood verdienen kunnen met degenen die in de eerdergenoemde sector werken wor den vergeleken. Het voorstel ten aanzien van het bedrag van 200. 000,is evenwel zoals ik al heb gezegd onduidelijk. Over allerlei aspecten zal klaarheid moeten komen, voordat wij een oor deel kunnen vellen. Wellicht kan reeds thans van de zijde van het college wat meer duidelijkheid worden verschaft. In de vergadering van de commissie voor jeugd en sport is er op gewezen dat net van belang is te weten waar de benodigde gel den vandaan zullen komen. Zijn wij bereid met bedragen uit de algemene middelen bij te springen of zijn er slechts mogelijkheden in de sector van jeugd en sport? Als het laatste het geval is, heeft een belangrijk deel van onze fractie daartegen zó grote bezwaren, dat het moeilijk met het komende voorstel zal kunnen meegaan. Ook de beperking van activiteiten in andere sectoren is in dit ver band van belang. De commissies die zich met N.A.C. hebben beziggehouden hebben belangrijke voorstellen gedaan die een uitgangspunt kunnen vormen voor het gezond maken van deze voetbalverenigingen en voor een rooskleuriger toekomstbeeld. Duidelijk zal moeten worden of N.A.C. bereid is de voorstellen over te nemen ener in zijn toe komstig optreden de hand aan te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 531