17 JANUARI 1974 53 stellige verwachting bestaat dat de overige 80 huizen als premiecorpo ratiewoningen zullen worden gebouwd. Naar alle waarschijnlijkheid zal het de heer Spanjer bekend zijn dat de normale subsidieregelingen ook voor Princenhage-West I zullen gaan gelden, zodat gebruik kan worden gemaakt van de individuele huursubsidieregeling. Een groot aantal woningen zal op zichzelf al een lage huur hebben, terwijl de aanvullende subsidieregeling van toepas sing is voorzover de betrokkenen daarvoor in de termen vallen. Voorzo ver sociale woningbouw in dit gebied uitgevoerd kan worden, is daarvoor derhalve de ruimte gelaten. Overigens is als ik het wel heb in de infor matie omtrent Princenhage-West II een en ander opgenomen op het ge bied van de sociale woningbouw, waarbij ook getallen worden genoemd. Ik heb daaruit opgemaakt dat in die wijk nog relatief meer sociale wo ningbouw zal worden gerealiseerd. De vragen van mevrouw Van Nes over het contract met Wilma met betrekking tot de grondovername in de Hoge Vucht zijn naar ik meen even eens -- schriftelijk -- door de heer Crul gesteld. Daarop is het antwoord geformuleerd dat de. financiële verhouding tussen de gemeente en W.ilma- Tilburg B. V. gebaseerd is op bestaande contracten, d. w. z. grondover name tegen de prijs in het jaar van levering. Ik weet niet of mevrouw Van Nes hier genoeg aan heeft; ik vrees van niet maar ik kan op dit ogenblik geen beter antwoord geven. De prijsbepaling per 1 januari 1973 is een vrij administratief gege ven. De koopsom is namelijk op die datum bepaald en de rente die na die datum over het desbetreffende bedrag wordt berekend zal worden bij betaald door Wilma. Relatief gesproken is dus de gefixeerde datum voor de bepaling van de grondprijs van niet veel belang. Mevrouw Van Nes heeft gevraagd of de raad ervan op de hoogte kan worden gesteld wanneer artikel 3c van het contract waarin het beding van wederinkoop vervat is actueel wordt. Naar mijn mening kan deze toezeg ging hier worden gedaan. De VOORZITTER: Ik zou de raad willen vragen eerst zijn oordeel uit te spreken over agendapunt 26. Naar ik geneigd ben aan te nemen betuigt de raad daarmee zijn instemming. Mevrouw Van Nes heeft daarnaast op merkingen van planologische aard over agendapunt 28 gemaakt, maar die zullen straks nog wel even aan de orde komen. Mevrouw VAN NES-BRANDS: De wethouder heeft een opmerking ge maakt over het contract met Wilma inzake de randbebouwing winkelcen trum Hoge Vucht, maar zoals hij zelf al heeft gezegd is dit een nietszeg gende opmerking. Er wordt immers, zoals ook de wethouder weet, op het ogenblik in het geheel geen grond meer geleverd. Voorzover ik kan na gaan heeft een en ander betrekking op het contract van 15 februari 1968, hetgeen inhoudt dat Wilma rente moet betalen over de gronden die zij nog niet heeft afgenomen; door omstandigheden kan dit bedrijf op het ogenblik geen grond afnemen. De centrale vraag is nu juist hoe óp het ogenblik de financiële regeling is. Betaalt Wilma al dan niet rente en in welke financiële verhouding staat de gemeente thans tot dit bedrijf? Bij de interpellatie van de heer America over de randbebouwing heb ik hierover een groot aantal vragen gesteld, waarop ik echter nog nooit ant woord heb gekregen. Ik verkeer in volslagen onzekerheid omtrent onze financiële verhouding tot Wilma en met het oog daarop acht ik het zo als men zal begrijpen zeer bezwaarlijk nu weer een contract met dezelf de firma te sluiten. De wethouder heeft toegezegd dat de raad op de hoogte zal worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 53