541 16 MEI 1974 houder heeft met het bestuur van N. A.C. gesproken over uitgangspunten die tot een herstructurering en een nieuwe visie zouden kunnen leiden. Van dit alles heeft de raad kennis kunnen nemen door lezing van de in de leeskamer aanwezige rapporten. Bij de nieuwe zienswijze wordt uitgegaan van twee veronderstel lingen, die niet zijn uitgevonden door het college van burgemeester en wethouders maar die voortvloeien uit het financieel rapport en het struc tuurrapport. Uitgangspunt voor een voortbestaan van N. A.C. en de daar uit voortvloeiende voorstellen was ten eerste het behoud van het eredivi sieschap. Men heeft het college wel eens verweten dat het met moreel zware of zelfs immorele voorstellen kwam, maar voor alle duidelijkheid zij er op gewezen dat dit uitgangspunt in het structuurrapport van N.A.C. zelf wordt gehanteerd. Het tweede uitgangspunt is dat er 100. 000, -- van het bedrijfsleven op tafel moet komen. Een spreker --ik meen even eens de heer Van Os -- heeft hierover opmerkingen in verkeerde zin ge maakt: ik wijs er op dat niet het college het bedrag van 100. 000, -- van de regio of het bedrijfsleven ter sprake brengt, maar dat dit wordt genoemd in De heer VAN OS: Dat heb ik helemaal niet gezegd. U legt mij al lerlei woorden in de mond die ik volstrekt niet heb gebruikt. U moet toch wat beter luisteren.' Wethouder VAN DUN: Dat is triest. Ik kom straks toe aan een be antwoording van uw opmerkingen, die ik letterlijk heb genoteerd. Laat het dan de heer Van Os niet zijn, er is vast iemand in de raad die het gezegd heeft.' Van de zijde van de raad is opgemerkt dat men vanuit N.A.C. aan dacht aan deze twee aspecten wil besteden. Ik meen dat het college een ander uitgangspunt heeft: wij spreken niet over de regio of de industrie, in het preadvies is sprake van "derden". In de huidige opstelling maakt het voor het college weinig verschil waar het geld vandaan komt, als de optelsom voor de exploitatie die men zich voorstelt maar klopt. Duide lijk is dat N.A.C. activiteiten in de richting van het bedrijfsleven on derneemt; de heren Van Banning en Crul hebben gevraagd daarin enig in zicht te verschaffen. Uit een telefoontje van de vice-voorzitter vanhe denmorgen is mij gebleken dat het bedrag van 100. 000, - -er nog niet is, omdat men naar men mij heeft verzekerd in verband met de inhoud van het preadvies en de voorwaarden op een andere wijze zou moeten onderhandelen. Dat het bedrag van 100. 000, -- er nog niet is acht ik dan ook minder relevant. N.A.C. heeft te kampen met een zeer groot liquiditeitstekort.De heer Van Banning heeft gevraagd hoe het college er bij komt op ditogen- blik een voorstel ter zake van N.A.C. aan de raad te presenteren. Ik ben het volkomen met de heer Van Banning eens dat de besluitvorming inde zen moet worden ontdaan van elk emotioneel element en dat men moet proberen de materie op de bestuurlijke en zakelijke merites te beoorde len. Misschien geeft het tijdstip vlak voor de verkiezingen sommigen daartoe minder aanleiding. Hoewel ook b. en w. liever een andere han delwijze hadden gevolgd, moet er op worden gewezen dat er bij N.A.C. sprake is van uitstel van bepaalde betalingsverplichtingen, waardoor het ons onmogelijk wordt de behandeling van het onderhavige voorstel bij voorbeeld tot de raadsvergadering van juni uit te stellen. Mede omdat de raad het bedrag van 108.000, -- had opgenomen in de goedgekeur de begroting voor 1974, hadden wij, gezien de dreigende betalingsmoei lijkheden, tegenover N.A.C. de verplichting thans een voorstel aan de raad voor te leggen, hoe zeer dat misschiem ook minder gewenst is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 541