16 MEI 1974
544
belangrijk N. A.C. ook is, voor de gemeente te zwaar zijn. Ik geloof
dat dit een fundamenteel verschil is tussen de eerdere besluitvorming
van de raad en het besluit dat thans ter tafel ligt. Op het ogenblik kan
ik de heer Van Banning niets anders voorhouden dan dat college en raad
het belang van het beroepsvoetbal als passief recreatieobject blijven zien.
De heer Von Schmid heeft zich -- vooralsnog niet ten onrechte --
enigszins somber getoond omtrent de participatie van het Bredase bedrijfs
leven in de toekomst. Ik hoop dat wij beiden op dit punt ongelijk krij
gen.
Ik ga niet in op de waslijst van problemen van de heer Kramer, die
hij bij vorige begrotingsbehandelingen eveneens heeft geëtaleerd. Overi
gens meen ik dat er over één bepaald punt geen misverstand moet blij
ven bestaan. Er is in de raad geen motie aangenomen waarin werd uit
gesproken dat *"t Ei" niet moet worden gesloten, maar er is een motie
aangenomen waarin wordt bepaald dat pas in een later stadium beslui
ten over '"t Ei" zullen worden genomen. Ik kan mededelen dat het in
het voornemen van b. en w. ligt de raad op dat punt in augustus een af
zonderlijk voorstel aan te bieden. De heer Kramer heeft gezegd dat er
met hem wel te praten valt over een vorm van indirecte subsidiëring,
waarbij wij op andere wijze financieel of metterdaad aan de activitei
ten van N.A.C. zouden bijdragen, bijvoorbeeld door het plegen van on
derhoud. Ongeacht echter of de gemeente via de dienst beplantingen,
de dienst openbare werken, de dieast voor jeugd en sport of anderszins
iets voor N.A.C. doet, zal dit altijd betaald moeten worden en op het
gemeentelijk budget drukken. B. en w. menen dat de uitgaven die wor
den gedaan duidelijk zichtbaar moeten worden gemaakt.
Ik vraag verontschuldiging voor de beknoptheid en het snelle tem
po van de beantwoording, die echter met het oog op de tijd noodzake
lijk waren.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik doe een beroep op u de be
raadslagingen sterk te bekorten. Het ligt in mijn voornemen voor te stel
len dat de raad overgaat tot stemming over het voorstel van burgemees
ter en wethouders. Voor het geval dat dit onmogelijk blijkt, zou ik u
dringend willen vragen eventueel te volstaan met een korte stemverkla
ring. Ik meen dat er al iets bekend is omtrent de stemverhouding.
De heer VAN OS; Naar ik meen heb ik zojuist duidelijk geschetst
hoe ons standpunt is. Hoewel het zeer verleidelijk is in te gaan op het
betoog van de wethouder, zal ik mijn stemverklaring daarvoor niet mis
bruiken. Ik geloof dat er te weinig steun is voor het voorstel dat ik zo
juist heb geprobeerd te omschrijven en dat zou moeten inhouden dat wij
met de betaling aan N.A.C. niet verder gaan dan waartoe wij thans ver
plicht zijn en het overige gedeelte aan de amateursport besteden. Opdat
punt zal ik geen verdere moeite doen, maar daardoor zijn wij dan wel ge
noodzaakt tegen het voorstel te stemmen.
De heer KROON: Het antwoord van de zijde van het college op het
geen de heer Van Banning in eerste termijn mede namens mij heeft opge
merkt, heeft mij niet overtuigd. Met het oog op de financiële situatie
van de gemeente, de ongezonde financiële situatie van N.A.C. en de
verwachting dat wij op deze manier geld in een bodemloze put zullen
werpen, kan ik niet met het voorstel meegaan.
De heer NIHOT: Het voorstel van b. en w. dat méér inhoudt dan
de punten a. en b. heeft een discussie over de te verwachten ontwikke-