549 20 MEI 1974 ni a.s. zal plaatsvinden. De heer KROON; Ik zou nog iets over de procedure willen zeggen. Ik wil mijn teleurstelling er over uitspreken dat deze procedure inderdaad volledig conform het reglement van orde is. Het college heeft natuurlijk het volste recht de beantwoording tot de volgende vergadering uit te stel len, maar met mevrouw Van Nes betreur ik het ten zeerste dat de beant woording wordt opgeschoven tot een tijdstip, waarop de regiovergadering intussen zal hebben plaatsgevonden. Daarna pas wordt den volke kond ge daan van het standpunt van uw college en dat spijt mij, want ik acht het van het grootste belang dat het standpunt van het college van Breda vol komen duidelijk is voordat de regiovergadering zal plaatsvinden. Indien de mogelijkheid nog bestaat dat de commissie algemene zaken uw colle ge van advies dient -- ook. dan is het standpunt van het college nog niet bekend zou er tenminste enig beraad mogelijk zijn. De VOORZITTER: Dames en heren. Ik herhaal dat de interpellatie met algemene stemmen is toegestaan. Er is voldoende motivering gege ven en ik meen dat het verstandig is het antwoord van het college af te wachten, naar aanleiding waarvan men het debat eventueel kan voortzet ten. Is mevrouw Van Nes daar tegen? Mevrouw VAN NES-BRANDS; Daar ben ik informeel wel tegensmaar formeel kan ik er niet tegen zijn omdat u het recht heeft, de beantwoor ding over een interpellatie op te schorten. Ik wil u een ordevoorstel doen, namelijk om een punt aan de agenda toe te voegen waarin het overleg over de regio Breda aan de orde gesteld kan worden. De door mij ingediende stukken zouden daarbij als toelichting kunnen gelden. De VOORZITTER: Mag ik mij even beraden op dit ordevoorstel? Mevrouw VAN NES-BRANDS; Het betreft artikel 23 van het regle ment van orde. De VOORZITTER: Ik dank u voor uw assistentie. In het derde lid van artikel 23 staat dat een dergelijk ordevoorstel tenminste door drie andere leden dient te worden ondersteund. Is dat het geval? De heer KROON: Mag ik het artikel even nakijken? Wij ondersteu nen het ordevoorstel. De VOORZITTER: Dan stel ik voor het ordevoorstel in stemming te brengen. Het is schriftelijk ingediend en zeker voldoende ondersteund: "Ondergetekenden verzoeken de voorzitter van de raad aan de agen da van de raadsvergadering van 20 mei een punt toe te voegen met als titel Overleg Regio Breda. In dit punt moet aan de orde komen de informatie, zoals door ondergetekende in de interpellatie-aanvra ge op 13 mei 1974 fs verstrekt". TTkunt hier gevoeglijk over stemmen. Ik heb als voorzitter niet al leen het recht maar ook de plicht u er op te wijzen dat het college wenst te antwoorden -- hoezeer dat door enkelen van u ook wordt betreurd -- op 20 juni. Het college wenst dat niet anders te doen, het heeft daar goe de redenen voor die ik u daarstraks enigszins getracht heb duidelijk te maken. Het komt mij dus op zijn zachtst gezegd enigszins merkwaardig voor dat het college nu geforceerd moet worden om nu al te antwoorden, waardoor het geen gelegenheid zou hebben zich nader over deze kwestie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 549