550 20 MEI 1974 te beraden. Dit is uitgesloten en de beantwoording zal dus -- dat wil ik er nog aan toevoegen -- niet plaatsvinden. Ik wil. de raad vragen zich over dit ordevoorstel uit te spreken en dus over de vraag, of hij dit onderwerp nu al dan niet in behandeling wil nemen. De heer VAN DUUL: Ik verzoek om vijf minuten schorsing voor beraad. De VOORZITTER: Ik schors de vergadering. De VOORZITTER: Ik heropen de geschorste vergadering en zou de dingen nog even op een rijtje willen zetten. De raad heeft besloten dat de interpellatie volgens artikel 22 van het reglement van orde mag wor den gehouden. Ik vind voordat de raad daarover een uitspraak doet een toelichting overbodig. In de derde plaats is het duidelijk dat de beant woording van de zijde van het college, zoals het reglement van orde dat voorschrijft, op 20 juni zal plaatsvinden en in de vierde plaats lijkt het mij niet juist nu toepassing te geven aan artikel 23 van het reglement van orde. Ik zou u willen voorstellen te stemmen over hetgeen thans voor ons ligt. Misschien bestaat er behoefte nog een korte verklaring af te leggen; als dat zo is heeft de heer Van Duijl het woord. De heer VAN DUIJL: Het spijt ons dat het overleg iets langer heeft geduurd dan wij aanvankelijk, hadden verwacht. Onze fractie is na dit overleg van mening dat wij het ordevoorstel om redenen, die wij welis waar niet duidelijk van het college hebben vernomen maar die wel zwaar wichtig zullen zijn, moeten afraden en zodoende niet zullen steunen. De heer GEENE: Ik zal het ordevoorstel van mevrouw Van Nes wel steunen omdat ik van mening ben dat het college op dit moment zoukfln- nen antwoorden. In feite wordt het college van Breda slechts gevraagd of het nog steeds alles wil doen ter bevordering van een goede gang van za ken in de regio en of het er aan wil meewerken dat de agenda, die in mei niet kon worden afgewerkt, op 10 juni wordt afgewerkt. Dat zijn in feite de vragen waar het om draait en ik meen dat dit op duidelijke wijze in een motie is verwoord. Ik zie niet in waarom het college deze intentie vanavond niet zou kunnen uitspreken en daarom zal ik het ordevoorstel van mevrouw Van Nes steunen. De heer CRUL: Ook de PAK-fractie steunt het ordevoorstel omdat in de commissie algemene zaken een standpunt met positieve benadering ten opzichte van de regio-ontwikkeling is uitgesproken. Het college heeft een van dat advies afwijkend standpunt ingenomen en ik ben dan ook van mening dat het college opnieuw bij de commissie algemene zaken te rade moet gaan om vóór 20 juni een advies van deze commissie te krijgen. De heer KROON: Ik sta op hetzelfde standpunt als de heer Geeneen meen dat het voor het college mogelijk moet zijn om op het ogenblik althans gedeeltelijk opening van zaken te geven, zodat men weet hoe de situatie ligt. Ik meen dat mevrouw Van Nes naar aanleiding van dit or devoorstel een motie in petto heeft, die ook door de heer Geene en mij is ondertekend. Er kan naar mijn opvatting geen bezwaar tegen bestaan dit ordevoorstel doorgang te laten vinden. De VOORZITTER: Er is geen motie, wij stemmen nu over het orde-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 550