552 20 MEI 1974 Aldus wordt besloten. 4. bijlage nr. 130 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VAST STELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN. 5. bijlage nr. 131 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN GAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERVREEMDING VAN ONROEREND GOED. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achter eenvolgens conform deze voorstellen van burgemeester en wethouders be sloten. 6. bijlage nr. 132 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREK KING TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN HET RESTANTSUB SIDIE S. G. O. TEN BEHOEVE VAN DE CENTRALE REGISTRATIE BIJ DE STICHTING BEJAARDENWERK. De heer ROOZEBOOM; Dit agendapunt heeft onze instemming en het zou dan ook niet nodig zijn er verder veel over te zeggen, ware het niet dat het om een belangrijke aangelegenheid gaat. Uit de toelichting bij dit stuk blijkt eigenlijk dat de aanzet tot een centrale registratie van de behoefte aan gedifferentieerde hulpverlening voor bejaarden een be moedigend stadium heeft bereikt, in tegenstelling tot de ietwat pessimis tische verwachtingen dienaangaande van enkele jaren geleden. Wij zijn erg blij met de kennelijke stand van zaken, hopen op een gunstige ver dere ontwikkeling en volgen deze met belangstelling. Gaarne gaan wij met dit voorstel akkoord. De heer AMERICA: Ik ben bijzonder blij met de start van de centra le registratie, hetgeen ik beschouw als een eerste stap op de weg naar een gemeenschappelijk opnamebeleid. Het gaat hier om bejaarden die ver zorging behoeven in de één of andere vorm van het intramurale bejaar- denwerk. Ik vind dit daarom zo goed, omdat als principe zal gelden dat eerst het voorzieningenpakket van het extramurale werk verder ontwikkeld zal worden terwijl de bereikbaarheid van de voorzieningen vergroot zal worden. Dat zal als ik het goed begrijp tot resultaat hebben dat de be jaarden zo lang mogelijk zelfstandig kunnen verblijven in onze samen leving, zodat zij niet jaren van tevoren pogingen behoeven te onderne men om een plaats in een verzorgingstehuis te bemachtigen. De bejaar den zijn namelijk bang niet in zo'n tehuis terecht te kunnen als hun situa tie zodanig is geworden dat zij er wel naar toe mééten gaan. Ik spreek graag de wens uit dat de registratie, de eerste gemeenschappelijke daad, een stimulans voor verdere samenwerking zal zijn en dat hieruit heel vlug een gemeenschappelijk opnamebeleid zal resulteren, zodat voorzien wordt in de werkelijke behoefte van de bejaarden aan die vorm van hulpverle ning. Ik wens met name de Stichting Bejaardenwerk en alle anderen, die daarbij betrokken zijn, proficiat en veel succes met dit werk. Mevrouw PAULUSSEN: Ik kan heel kort zijn, want ik behoef aan de woorden van de heer America slechts weinig toe te voegen. Wij zijn blij, dat het eindelijk zover is en hopen inderdaad dat wij zeer binnenkort tot een gemeenschappelijk opnamebeleid zullen kunnen komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 552