555
20 MEI 1974
Mevrouw PAULUSSEN: Toen enige tijd geleden moeilijkheden rond
om het sportpark ontstonden hebben wij een dringend beroep gedaan op de
wethouder van maatschappelijke dienstverlening om te zoeken naar struc
turele oplossingen en niet aan symptoombestrijding te doen. Wij hebben
hem uitdrukkelijk gevraagd met alle deskundigen rond de tafel te gaan zit
ten om te bekijken waar deze symptomen vandaan komen en hoe deze zaak
moet worden aangepakt. Het is blijkbaar niet gelukt en er is ook geen over
leg gepleegd met de bewoners van het woonwagencentrum. Wij hebben in
dertijd bij de behandeling van de beleidsvoornemens rondom de nota Ho
ge Vucht tegen dit preadvies gestemd en zouden uitdrukkelijk willen vra
gen deze beslissing vanavond niet te nemen doch haar op te schorten tot
het projectteam in functie is, zodat ook dit zijn oordeel over deze maat
regel kan geven. Mevrouw Willems, de heer Crul en ik zullen dan ook
tegen het voorstel stemmen.
De heer VON SCHMID: Deze gevoelige kwestie speelt zich af in het
grensgebied tussen het woonwagenkamp en Breda-Noord. Ik begrijp vol
komen dat de heer America het voorstel een hoogst ongelukkige oplossing
vindt, vooral gezien het feit dat het sportpark oorspronkelijk anders is op
gezet. Naar mijn mening is het echter belangrijk op dit moment toch met
het voorstel mee te gaan, omdat de eerste belanghebbenden wat het sport
park betreft de daar spelende verenigingen zijn en zij hebben kennelijk
afgaande op dit stuk moet ik dat veronderstellen -- op deze maatregel
aangedrongen. Of zij er zelf van overtuigd zijn dat dit afdoende zal zijn
blijkt nog niet eens uit het stuk, want er staat: "de indruk bestaat
Het kan dan ook niets anders zijn dan een noodoplossing. In dit stadium
zou ik niet anders kunnen doen dan voor het voorstel stemmen. Wij be
hoeven niet eerst het projectteam af te wachten, maar het projectteam
zal straks natuurlijk ook met dergelijke kwesties worden geconfronteerd
en kan de zaak dan alsnog nader bezien. Dan komen wij misschien ook
tot een andere oplossing, maar op dit moment wil ik het belang van de
in het stuk centraal staande sportverenigingen vooropstellen. Bovendien
mag dit voorstel niet worden gezien als een eenzijdige maatregel tegen
de bewoners van het woonwagenkamp omdat in het stuk heel duidelijk
staat dat de overlast ook wordt veroorzaakt door bepaalde jeugdige perso
nen uit de wijk Wisselaar zelf.
De heer VAN DUIJL: Wij zijn ook niet zo gelukkig met dit voor
stel, maar daar is dan ook nogal wat aan voorafgegaan. Nu vernemen wij
plotseling dat men het voorstel twee maanden wil uitstellen. Daardoor
wekt men de verwachting dat wij in twee maanden een probleem kunnen
oplossen dat nu al anderhalf jaar speelt. Nogmaals, wij zijn ook niet ge
lukkig met deze maatregel maar op voorhand zeg ik u dat wij dit voor
stel wel zullen steunen omdat ik niet verwacht dat de problemen, die
reeds anderhalf jaar aan de orde zijn, in de komende twee maanden zul
len kunnen worden opgelost.
Wethouder VAN DUN: Enigszins vreemd in deze positie moet ik
het doen met mondelinge informatie van de dienst jeugd en sport en met
de notulen van de gehouden commissievergadering. Ik hoop dat u het
goed vindt wanneer ik opmerk dat het mij bevreemdt
De heer JANSEN: Er staat een fout in de notulen; ik was tegen.
Wethouder VAN DUN: Ik ben ook nog niet uitgesproken.