557
20 MEI 1974
op tafel.
De heer VAN OS: U gaat voorbij aan de intentie van de opmerking
van mevrouw Paulussen, want zij heeft duidelijk gevraagd om een ant
woord in eerste termijn. Het schijnt echter dat de voorzitter ook wat over
gevoelig is en daarom zullen wij dan maar proberen in tweede instantie
nog iets zinnigs op te merken. Ik zou de wethouder in overweging willen
geven vast eens te informeren wat een uitkijktoren kost, eventueel be
mand met bewaker en mitrailleur. Dan maken wij er een concentratie
kamp van. Als u namelijk een hek van twee meter hoog plaatst is dat naar
mijn mening dermate uitdagend, dat er noodzakelijkerwijs reacties op
zullen volgen.
Mevrouw jaGER-MIDDELBEEK: Ik had gevraagd -- maar misschien
ligt dat meer op het terrein van een andere wethouder -- wat een maat
schappelijk werker in dezen kan doen. Wij hebben namelijk een maat
schappelijk werker waar wij ontzettend veel geld aan spenderen -- ik moet
het iedere keer weer zeggen maar bij conflictsituaties wordt deze maat
schappelijk werker nooit ingeschakeld. Ik zeg niet dat ik tegen het plaat
sen van een omheining ben, het zal wel de laatste oplossing zijn om van
een open sportpark een gesloten park te maken, maar wij krijgen straks
wel iedere maand de herstellingskosten onder ogen. Het zit er namelijk
dik in dat er vernielingen zullen gaan plaatsvinden. Ik weet ook geen an
dere oplossing, dat is de grote moeilijkheid, maar hetgeen ik in eerste
instantie zei was niet als grapje bedoeld. Misschien zouden wij de men
sen van het woonwagenkamp er wat bij kunnen betrekken door bijvoorbeeld
enkelen van hen als bewakers aan te stellen. Dit is zo maar een suggestie
waar ik geen antwoord op heb gekregen.
De heer VAN BANNING: Ik ben het niet eens met de opvattingen
van de heer Van Os en daar wil ik hier duidelijk blijk van geven.Ik vind
het namelijk bijzonder discriminerend ten opzichte van de bewoners van
het woonwagenkamp hen een dergelijke terreur toe te denken. De heer
Van Os schijnt te denken dat zij massaal het veld zullen gaan bestormen
en vernielingen zullen toebrengen; hij meent zelfs de suggestie te moe
ten doen zulk dik draad te nemen dat daarvoor geen enkele schaar meer
geëigend zou zijn, waarna hij nog spreekt over een toren die bemand zou
moeten worden. Ik meen inderdaad dat de harmonie, die er zou moeten
zijn, er niet is en dat wij moeten blijven proberen dit doel te bereiken.
Ik ben het met de wethouder eens dat, als het niet loopt zoals het lopen
moet, de gebruikelijke maatregelen moeten worden getroffen met het
risico dat er beschadigingen worden toegebracht.
De heer JANSEN: Ik heb in de commissie duidelijk tegen een der
gelijke oplossing gestemd, hoewel in de notulen blijkbaar iets anders is
vermeld. Ik heb toen ook opgemerkt dat ik dacht dat zoiets agressie zou
uitlokken en bovendien dat het herstel van hekwerkvernielingen erg duur
is. Tevens heb ik gevraagd hoeveel tot nu toe in het sportpark werd ver
nield en ook daarop heb ik nog geen antwoord gekregen.
Mevrouw PAULUSSEN: Ik ben het er niet mee eens dat de wethou
der in eerste instantie niet op mijn vragen is ingegaan. Ik betreur dat bij
zonder en constateer dat u als voorzitter een beetje gebruik maakt van
uw machtspositie. Als er moeilijke vragen worden gesteld, worden deze
naar de tweede instantie verschoven. Dan is de raad uitgesproken en kan
hij niets meer zeggen. Ik vind dit bijzonder kwalijk.