559 20 MEI 1974 naar mijn mening moeten de raadsleden hun opmerkingen over de aan de orde zijnde situatie beperken tot een zakelijke benadering. De raad moet geen aanleiding geven tot dingen, die wellicht verkeerd opgevat zouden kunnen worden. Er is een vraag over het projectteam gesteld. Wanneer er belang hebbenden worden geschaad -- dat zijn in dit geval de gebruikers van het sportpark Wisselaar -- misstaat het naar mijn opvatting niet dat de betref fende wethouder zich met deze belanghebbenden verstaat. Met al deze sportbeoefenaars, met alle betrokken verenigingen is gepraat. Wanneer zij de primair belanghebbenden zijn heeft het geen zin de ze aangelegenheid in handen te geven van het nog komende projectteam Hoge Vucht, maar wanneer de primair belanghebbenden verzoeken om een voorziening en wanneer het college als zodanig een voorstel aan de raad doet meen ik dat dit een goede zaak is. De mitrailleur van de heer Van Os laat ik buiten discussie. Ik meen dat er wel een misverstand bestaat dat kan worden opgelost door het voor stel goed te lezen. Misschien doe ik dan toch iets tegen de zin van de heer Von Schmid, maar men praat in de raad alleen over de mogelijke problematiek vanuit het woonwagenkamp. In het voorstel zelf staat dui delijk dat wij niet alleen spreken over de overlast door jeugdige perso nen uit het woonwagenkamp maar ook uit de totale wijk Wisselaar. Ik meen dit nog eens te moeten onderstrepen, zodat wij ons niet in een emo tionele benadering eenzijdig richten op hetgeen vanuit het woonwagen kamp zou kunnen worden ondernomen. De heer Jansen heeft gevraagd hoeveel er in het sportpark Wisselaar is vernield. Daar kan ik geen antwoord op geven omdat ik het gewoon niet weet. Mevrouw jager heeft nog gevraagd waarom het experiment mislukt is. Het experiment is mislukt. Mevrouw J3GER-MIDDELBEEK: Voordat het werd aangelegd heb ik al gezegd dat het zou mislukken.' Wethouder VAN DUN: Akkoord, dat is uw goed recht. U vraagt het college nu waarom het experiment mislukt is. Die vraag is wat retorisch en in feite al beantwoord. Ik meen dat het experiment is mislukt omdat de sportbeoefenaars bij de beoefening van hun sport grote overlast onder vinden. De heer Nihot heeft gevraagd door wie de controle zal worden uit geoefend en welke maatregelen eventueel zullen worden genomen. De achtergrond van deze opmerking in het kader van het voorstel is dat in overleg met de gemeentelijke politie mag worden aangenomen dat zij, wanneer de omrastering is aangebracht, beter in staat is tot het uitoefe nen van een vorm van controle en tot het nemen van eventuele maatre gelen. Voordat de voorzitter al of niet terecht verwijten krijgt ten aanzien van niet beantwoorde vragen wil ik nog zeggen dat de insteek vanuit het maatschappelijk werk niet in mijn portefeuille zit. Wethouder DE RAAFF: Ik wil nog een kleine kanttekening maken. Er is in de loop der tijd verschillende keren met het maatschappelijk werk gesproken. Ik ben echter tot de conclusie gekomen dat ook het maat schappelijk werk niet voor alle problemen een oplossing biedt. Eén van de punten die in uitvoerig overleg met het maatschappelijk werk en met de woonwagenbewoners aan de orde zijn geweest was de vraag, of een bepaald soort oplossing mogelijk is. Dat heeft erin geresulteerd dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 559