17 JANUARI 1974 55 28. bijlage nr. 21, VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST STELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN PRINCENHAGE-WEST I - 1973. De VOORZITTER: Mevrouw Van Nes heeft hierover reeds gespro ken en zij zal straks antwoord krijgen op een deel van haar vragen. De heer SPANJER: Allereerst zou ik willen opmerken dat wij nu eindelijk de bezwarenprocedures achter de rug hebben die de vaststel ling van het definitieve bestemmingsplan zo lang hebben opgehouden, In de tweede plaats wijs ik erop dat de laatste wijziging die in het plan is aangebracht een verstrekkende betekenis heeft: zij betreft namelijk een verandering in de wegenstructuur. Zojuist is ai de opmerking ge maakt dat er in dit gebied zeer gevaarlijke wegen lopen die moeten worden overgestoken, maar ik meen dat in de vorm van het nieuwe stra tenplan een goede oplossing is gevonden om de woonstraten zoveel mo gelijk autovrij te houden. Ook de fijnmazige verbindingen met het an dere gedeelte van de wijk vormen mijns inziens alleen maar een pluspunt. Met enige zorg wachten wij overigens het resultaat van de geluids hinder af die veroorzaakt kan worden op rijksweg 16 en die door een be paalde begroeiing verminderd zou moeten worden. Wij zouden erop wil len aandringen bij het aanbrengen van deze begroeiing met zorg te werk te gaan. Voorts vraag ik mij af of rijkswaterstaat maatregelen zou kun nen nemen ten aanzien van het wegdek, omdat het bekend is dat de ma nier waarop het wegdek is gelegd geluidversterkende effecten kan heb ben, waaraan wel degelijk iets te doen is. Op dit ogenblik moeten wij er het beste van hopen maar wij zouden het college willen verzoeken dit punt bij de uitvoering van het plan nauwlettend in het oog te houden. De heer KROON: In aansluiting op hetgeen de heer Spanjer heeft gezegd over de geluidshinder op honderd meter afstand van rijksweg 16 wil ik een korte opmerking maken, In de commissie voor ruimtelijke ordening heb ik hierover vragen gesteld en mijn zorg op dit punt is niet weggenomen. Ik heb gezien dat deze kwestie tevens aan de orde is ge komen in het schriftelijk overleg met de provinciale planologische dienst, die enige suggesties heeft gedaan. Ik blijf in dezen van enige zorg ver vuld. De heer VAN CAULIL; Het lijkt mij juist op dit ogenblik te zeg gen dat Princenhage steeds nauw betrokken is geweest bij de opstelling van de plannen. Ik geloof dat het gepast is mede te delen dat men in dit gebied verheugd was dat men steeds gehoor heeft gekregen en terde ge in het overleg betrokken is geweest. Uit verschillende groeperingen zijn commissies samengesteld en ik meen dat deze gang van zaken een voorbeeld kan zijn voor de samenwerking bij de totstandkoming van be stemmingsplannen. Namens de betrokken groeperingen zou ik dank en waardering willen uitspreken en ik zou willen vragen of zij ook bij ver wezenlijking van de plannen steeds betrokken kunnen blijven. Op die manier kan zeer veel narigheid worden voorkomen. Er is op velerlei ge bied actie en mevrouw Van Nes maakt zich ongerust, maar ik wil erop wijzen dat men in verband met ontvolking zelf op spoedige verwezenlij king van de plannen heeft aangedrongen, In plaats van dat er sprake was van overbelasting van scholen of andere instellingen was het juist nodig dat alles zo snel mogelijk weer op normale wijze kon gaan functioneren. Nogmaals wil ik erop aandringen dat het contact met deze groeperingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 55