565 20 MEI 1974 een gesloten deur aan, dat er meestal jaren voorbij gaan voordat er uit eindelijk iets gebeurt. Dan hebben de betrokken enthousiaste burgers,die in eerste instantie bereid waren er iets voor te doen, het moede hoofd in de schoot gelegd en het resultaat daarvan is nu dit voorstel. Wanneer er een goede vertrouwensbasis was geweest zouden er naar mijn mening heel andere oplossingen mogelijk zijn geweest dan het plaatsen van wat stan- daard-klimrekken in de Leeuwerikstraat, die in verhouding tot de prijs erg weinig resultaat zullen opleveren. e heer GIELEN: Ik zou graag even willen ingaan op de opmerking heer Spanjer. Het is mij bekend dat een aantal bewoners van de Belcrumpolder gaarne bereid was om mee te werken. De juniorenkamer zou namelijk geen f15. 000, - -op tafel leggen, maar dit bedrag zou via andere mogelijkheden bijeen worden gebracht. Het'jeugdhuis- kon dit niet opbrengen, maar de mensen waren graag bereid om alle mogelijke medewerking te geven. Wethouder VAN DUN: U zult het mij niet euvel duiden als ik de op merking van de heer Van Os je reinste flauwe kul noem. Ik vind het na melijk meer dan belachelijk dat de heer Van Os hier durft te suggereren dat hetgeen hier aan de hand is een teken is, dat er iets mis is tussen be stuur en bestuurden. Als men ooit heeft kunnen zien dat er een gespreks- basis kan bestaan tussen bewoners van een wijk, het bestuur van deze ge meente en het particulier initiatief, dan was het wel bij de speeltuin in de Belcrumpolder. Ik meen ook dat de opmerking van de heer Gielen daar van getuigt. Als dit nu door de heer Van Os zonder nadere informatievra gen in deze richting wordt uitgelegd acht ik dat persoonlijk volstrekt on juist. Er is hier een werkelijk onderkomen speeltuin, waarvan de renova tie in 1972 45. 000, -- kostte. Wij hadden dat bedrag toen gewoon niet op de begroting beschikbaar, de zaak is doorgepraat met het jeugd-actie- comité Belcrum en men heeft er begrip voor getoond. Als een deus ex ma china is de juniorenkamer toen op ons neergevallen, want die bestond vijf jaar en had er behoefte aan een sociaal-maatschappelijk project in Breda ter hand te nemen. In onderling overleg is daarvoor toen de speeltuinBel- crum gekozen. Van de kant van de gemeente hebben wij het initiatief ge nomen het jeugd-actiecomité, de juniorenkamer en het jeugd- en jonge rencentrum met elkaar in contact te brengen om op die manier de speel tuin van de grond te krijgen. Dat de juniorenkamer daar op een gegeven moment om haar moverende redenen van af heeft moeten wijken kunnen wij alleen maar betreuren. Het was in die situatie, als de juniorenkamer wegviel, zaak om te zorgen dat de speeltuin toch van de grond kwam. Doordat de juniorenkamer wegviel --de heer Gielen heeft hier al op ge wezen was er voor de bewoners van Belcrum en het jeugd-actiecomité ook niets meer te doen. Als wij, dit constaterende, na gezamenlijk over leg een krediet voorstellen dat volkomen ten laste van de gemeente komt, is dat een voorbeeld van de wijze waarop bestuur en bestuurden kunnen samenwerken, ondanks het feit dat er iets verkeerd is gegaan. Die samen werking heeft geleid tot het voorstel dat wij de raad in dezen aanbieden. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. 13. bijlage nr. 139 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ONBE WOONBAARVERKLARING VAN DE WONING SPOORSTRAAT 33.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 565