20 JUNI 1974
613
daardoor een dubbelfunctie met een tweezijdige verantwoordelijkheid. In
de afgelopen tijd is ook gebleken ik meen dat dit best kan worden ge
zegd dat het moeilijkheden met zich meebrengt. Alles verloopt niet
altijd even soepel, hetgeen eigenlijk ook niet mogelijk is. Menselijker
wijze mag niet worden verwacht dat men op de ene plaats een vurig voor
stander en op een andere plaats een vurig tegenstander van iets is. Juist
in kwesties van deze aard waarbij plaatselijke en bovenplaatselijke be
langen tegen elkaar moeten worden afgewogen en dikwijls in botsing of
in competitie met elkaar komen zou men een gespleten bestuurder moe
ten zijn om geen blauwe plekken op te lopen. In de nabije toekomst moet
er een nieuwe regioraad worden gevormd en in dat kader lijkt het mij
wenselijk binnen de commissie algemene zaken over het voorzitterschap,
de voor- en nadelen van het bekleden van deze functie door de burge
meester van Breda en het functioneren daarvan in de toekomst te spre
ken. Over de coördinatie kan natuurlijk ook het een en ander worden ge
zegd, want een voorzitter met een tweezijdige functie kan een voor- of
een nadeel zijn. In ieder geval maakt een lid van het college van de com
missie voor gewestelijke aangelegenheden deel uit, zodat ook op die wij
ze een mogelijkheid tot coördinatie aanwezig is. Beide leden zitten in
de commissie voor gewestelijke aangelegenheden in de regio, zodat zij
al in een vroeg stadium met de kwestie van de verzwaring te maken heb
ben gehad. Ik betreur het daarom dat de problemen niet al veel eerder
naar voren zijn gebracht en intern zijn doorgesproken. Mijns inziens zou
de vertraging dan voor een groot deel niet hebben plaatsgevonden.
Mijn tweede vraag betrof het verlate gesprek met het dagelijks be
stuur van de regio. Uw antwoord in dezen vond ik toch wel erg onbevre
digend, want u stelde dat eerst de andere gemeenten aan de beurt kwa
men, waarna met Breda werd gesproken. Dat mag allemaal wel zo zijn,
maar uiteindelijk liggen er tussen 20 november en 19 maart verschillen
de maanden. De eerstvolgende regiovergadering zou op 21 maart plaats
vinden, zodat er duidelijk moeilijkheden zouden ontstaan als men het tij
dens het voorbereidend gesprek op 19 maart niet op alle punten met el
kaar eens zou zijn, hetgeen ook het geval bleek te zijn. Voor Breda en
de andere partners in de regio was dat uiteraard een onplezierige aanzet
tot de verdere besprekingen. Mijns inziens had de bespreking niet opeen
dergelijk laat tijdstip behoeven plaats te vinden, waardoor de problemen
sneller hadden kunnen worden afgehandeld. Het ontstane gat was dan ook
wat minder groot geweest. De bezwaren van het college die in de eerste
ronde met het dagelijks bestuur aan de orde kwamen waren eigenlijk ook
van andere aard dan de bezwaren die in tweede ronde naar voren werden
gebracht. In de eerste ronde ging het vooral om het vraagstuk of er al of
geen gewest in het leven moest worden geroepen, of Etten-Leur en Oos
terhout al of niet zouden moeten deelnemen en of er al of geen unifica
tie van regelingen zou moeten plaatsvinden. De bezwaren in de tweede
ronde waren van geheel andere aard, want zij golden met name de ver
zwaring van de regio zelf. Eerst moest alles nog worden doorgepraat en
er moest overeenstemming worden bereikt voordat aan de verzwaring van
de regeling kon worden toegekomen, hetgeen een grote mate van vertra
ging met zich heeft gebracht.
Als antwoord op vraag 3 stelt u dat de vragen binnen de termijn
waren beantwoord. Dat is wel juist, maar als het antwoord op 3 mei wordt
verstuurd, 'zodat het op 5 mei wordt ontvangen, terwijl op 9 mei de re
giovergadering plaatsvond, is het duidelijk dat de bezwaren niet meer
konden worden verwerkt, temeer niet daar zij nogal talrijk en van inhou
delijke aard waren. Bovendien waren vele leden van de regioraad met de
ze bezwaren niet bekend, hetgeen overigens niet aan u kon worden gewe-