625 20 JUNI 1974 sing te vinden, omdat momenteel op verschillende vragen geen antwoord kan worden gegeven. Ik hoop dat u daarvoor begrip hebt. De heer CRUL; Ik vind dit toch wel een eigenaardige gang van za ken, want dit voorstel is in de commissie van openbare werken aan de orde geweest. De eerste opmerking van mevrouw Willems was duidelijk aan de wethouder van openbare werken gericht, want zij sprak over het rapport-Hoge Vacht waarbij de wethouder van openbare werken direct betrokken is geweest. De vraag inzake de inschakeling van het project team had daarmee te maken, zodat de wethouder van openbare werken daarop ook zou kunnen antwoorden. De andere aan de orde gestelde kwes tie regardeert uiteraard de heer Broeders. De VOORZITTER; De heer Van Dun wil in ieder geval het part dat op hem betrekking had voor zijn rekening nemen. Wethouder VAN DUN; Het part dat ik in deze gehele kwestie voor mijn rekening kan nemen is nihil. Ik acht het onjuist dat de heer Crul mij een programma van eisen met betrekking tot het onderwijs in de schoe nen schuift, terwijl ik het ook onjuist vind mij als wethouder van openba re werken met een discussie over het komend projectteam en de eisen van het onderwijsbestand te bemoeien. De wethouder van openbare werken be moeit zich ook niet met de relatie tussen het komend projectteam en aan gelegenheden van jeugd en sport, cultuur, sociale zaken, maatschappe lijke dienstverlening en andere. Het is alleen mijn taak vragen van de zijde van het onderwijs te honoreren binnen het kader van de competen tie van de commissie openbare werken en de wethouder van openbare werken. Ik ben niet verantwoordelijk voor scholenplanning. Of wethou der Broeders er al of geen behoefte aan heeft met het projectteam te pra ten is zffn zaak. De VOORZITTER; Ik wil een enigszins vreemd ordevoorstel doen. Mijns inziens moeten wij toch proberen de behandeling van dit agenda punt af te ronden. Wethouder Broeders heeft onze gelederen weer ver sterkt, zodat ik mevrouw Willems wil verzoeken in het kort te herhalen wat zij zojuist heeft gezegd. De wethouder van onderwijs zal daarop dan antwoorden. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Mijn fractie is enigszins ongerust over de geruchten vanmorgen stond er zelfs een bericht in de krant dat de Newman-scholengemeenschap niet in de Hoge Vucht zal worden gerealiseerd. Wij menen dat in de grootste wijk van Breda een scholenge meenschap voor havo en v. w. o, niet mag ontbreken. Het is prachtig dat daar reeds een levensschool, een g. t, s,een mavo en een streekschool zijn, maar wij zouden het zeer betreuren als de Newman-scholengemeen schap daar niet zou worden gebouwd. Graag zal ik van de wethouder ver nemen of hij onze mening deelt. Bovendien verzoek ik hem mede te de len wat er van de geruchten waar is. Voorts wil ik mijn eerste vraag herhalen die wethouder Van Dun niet kon of niet wilde beantwoorden. In de Hoge Vucht-vergadering van 28 februari heeft wethouder Van Dun gesteld dat het komende projectteam over alle nieuwe projecten in de Hoge Vucht met uitzondering van de flats aan de Roeselarestraat zal kunnen meepraten. Deze woorden komen mijns inziens in een wat eigenaardig daglicht te staan, omdat het team ten aan zien van een groot project als het onderhavige geen inspraak kan hebben. Men moet dit als een vast gegeven aanvaarden. Is de wethouder met ons

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 625