62 17 JANUARI 1974 manier te renoveren. Hiermee zullen wij bij ons latere onderzoek re kening moeten houden. Over de riolering heb ik reeds gesproken. In het ter tafel liggen de voorstel wordt de riolering gerelateerd aan het nieuwe stedebouwkun- dige plan. Wanneer overeenkomstig het voorstel van b. en w. wordt be sloten en een stedebouwkundig plan kan worden opgezet, zal de riolering daarin betrokken worden. Ik blijf van mening dat wij, welke oplossing wij ook kiezen, aan het wegnemen van de rioleringsoverlast prioriteit zouden moeten geven. Vervolgens iets over de deelname van de bewoners. Naar onze me ning hebben de bewoners van het complex zich sinds het begin van het onderzoek intensief bij het plan betrokken gevoeld en hebben zij hun ideeën en wensen steeds aan de betrokken ambtenaren en aan het colle ge van b. en w. en gemeenteraad voorgelegd. Er werden enquêtes ge houden en men kwam in tal van vergaderingen bij elkaar. Gezegd is reeds dat de contacten met het ambtelijk apparaat redelijk en veelvul dig waren. Wij menen dat wij met dit aspect terdege rekening moeten houden bij de besluitvorming waartoe wij zullen overgaan. De bewoners dringen er op aan dat de raad in zijn besluitvorming concreter is over de mogelijkheden tot renovatie. Wij zijn van mening dat de renovatie positief moet worden benaderd, terwijl uit de verklaring die de wethou der vooraf heeft afgelegd niet blijkt dat de renovatie zo positief zal wor den benaderd als de bewoners zich dat voorstellen. Onzes inziens moe ten wij op dit punt geen misverstand laten bestaan en in de besluitvor ming die positieve gedachte tot uitdrukking brengen. Een mogelijkheid daartoe biedt punt III van het concept-besluit, waarover de wethouder al heeft gesproken. Punt III zou zodanig aangevuld moeten worden, dat er geen misverstand blijft bestaan over de voornemens die de raad als verantwoordelijke instantie heeft. Er moet derhalve een serieus onder zoek naar de mogelijkheden tot renovatie worden ingesteld. Door de benadering van de bewoners van het probleem zoals dit zich heeft voorgedaan en door de activiteiten die de bewoners hebben verricht zijn er naar onze opvatting aantrekkelijke mogelijkheden voor een goede stedebouwkundige oplossing door middel van opknappen, re noveren en nieuwbouw. Naar aanleiding van voorstellen met betrekking tot nieuwbouw wordt overigens steeds gezegd dat er voor de burgers van onze stad die economisch gezien tot de zwakkeren behoren goedkope huizen moeten worden gebouwd, hetgeen meestal betekent dat de betrok ken huizen van mindere kwaliteit zullen zijn dan de huizen die men op grond van de behoefte van de bedoelde gezinnen zou moeten bouwen. Gezien de in Nederland bestaande verhoudingen is er weinig mogelijk heid om daarin verandering te brengen, maar wij zijn van mening dat niet meer moet worden gesproken over "goedkope woningen" doch moet worden gestreefd naar de bouw van kwalitatief goede woningen en het daarbij stellen van subsidievoorwaarden die het mogelijk maken dat ie der kan wonen in de woning waaraan hij behoefte heeft. Ondanks de toezeggingen van de wethouder zou ik een amendement willen waarmee de bewoners en de raad duidelijk gemaakt moet worden welke verplichtingen wij met het aannemen van dit voorstel op ons ne men. Volgens mijn amendement zou punt III van het concept-besluit moeten worden aangevuld met: "De beslissing over opknappen of renovatie wordt eerst genomen nadat - een onderzoek door het openbare wijkcomité (met adviseurs) heeft uitgewezen welke woningen resp. voor opknappen en re novatie in aanmerking komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 62