630 20 JUNI 1974 De heer NIHOT: Ik pretendeer niet een betere onderhandelaar te zijn dan de vertegenwoordigers van de gemeente of de heer Van Dun, maar ik heb ingebracht dat het bijzonder verstandig zou zijn --en daarin is de heer Biemans mij bijgevallen -- als de gemeente de gehele tuinderij van de heer Verdaasdonk nu overnam. Dit valt buiten de onteigeningsproce dure maar omdat de eigenaar het zelf heeft aangeboden is er toch nog wel over te praten. De heer BIEMANS: Ik zou van het college graag de toezeggingkrij- gen dat men aandacht zal besteden aan de aankoop van het gehele be drijf van de heer Verdaasdonk. De wethouder zegt onder andere bij de cultuurtechnische dienst ad vies te hebben ingewonnen. Nu neem ik aan dat hij het met mij eens kan zijn dat ook de cultuurtechnische dienst het niet altijd precies weet. Dat neemt niet weg dat de raad in totaliteit van mening zou moeten zijn dat het advies van deze dienst moet worden opgevolgd. Wethouder VAN DUN: Ik pretendeer allerminst dat de cultuurtech nische dienst het enig zaligmakende instituut ter zake is, maar ik vind wel dat men het advies van deze dienst als argument voor het aanvaar den van een bepaalde procedure mag gebruiken. Ik meen dat er in de discussie tussen het college en de heer Nihot een misverstand schuilt. Het aanvaarden van het onteigeningsplan sluit niet uit dat men alsnog tot een minnelijke schikking komt. Dat moet men goed begrijpen en men moet één zin in het bezwaarschrift van de heer Verdaasdonk lezen, die zegt: "Hoewel er reeds onderhandelingen op deze basis zijn heeft ondergetekende er niet alle vertrouwen in dat die onderhandelingen met succes kunnen worden afgerond". Die onder handelingen zijn gevoerd en dan keren wij terug naar het onteigenings- plan, maar het aanvaarden van het onteigeningsplan sluit heel beslist niet uit dat men tot een minnelijke schikking komt. De heer NIHOT: Dat betreft een stuk grond en niet de totaliteit die ik bedoel. Wethouder VAN DUN: Het gaat ons ook niet om stukken grond,het gaat ons om het totaal Princenhage-West II. Ik kan de heren Nihot en Biemans gaarne toezeggen dat wij er buiten het onteigeningsplan om naar zullen blijven streven tot een minnelijke schikking te komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van bur gemeester en wethouders besloten. 13. bijlage nr. 176 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANLEG VAN FIETSPADEN LANGS DE WOLFSLAARDREEF. De heer KRAMER: Ik ben wel gelukkig met dit voorstel. In hetver- leden zijn er door mij en later ook door anderen vragen over de situatie aan de Wolfslaardreef gesteld. De voorgestelde maatregel lijkt mij dan ook speciaal met betrekking tot de veiligheid van bezoekers zeer verstandig. Toch adviseer ik het college één en ander ook na de aanleg van de fiets paden nauwkeurig te blijven volgen omdat het verkeersgedrag zich soms snel kan wijzigen. Overigens is onze fractie gaarne voor uw voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 630