632 20 JUNI 1974 die uit de Ginnekenstraat komende burgers de gelegenheid gaf veilig over te steken. In verband met een aantal verkeersmaatregelen is deze voetgan gersoversteekplaats teniet gedaan waardoor voor de voetgangers een moei lijke situatie is ontstaan. Nu de Ginnekenstraat geheel voetgangersdomein wordt bestaat wellicht de mogelijkheid om ter plaatse een nieuwe voetgan gersoversteekplaats te creëren. Ik zou uw college dan ook willen verzoe ken deze mogelijkheid te bezien om zodoende het oversteken van de Gin nekenstraat in de richting van de bioscoop gemakkelijker te maken. In de huidige situatie moet men via twee oversteekplaatsen een omweg over het Van Coothplein maken om uiteindelijk aan de andere zijde terecht te komen. De heer CRUL: Ik wil een vraag stellen over de andere kant van de Ginnekenstraat. Het oversteken tussen de Ginnekenstraat en de Eindstraat wordt bijzonder moeilijk, zeker als het tweede deel van de Ginnekenstraat voetgangersdomein wordt. Toen hierover werd beslist was natuurlijk ook bekend dat de winkelstraat naast een autosnelweg zou komen te liggen. Wij praten straks nog uitvoeriger over de binnenstad en dan komt het na tuurlijk ook aan de orde, maar wij vragen ons af of het niet mogelijk zou zijn dit gedeelte van de stad afzonderlijk te bezien. Ongeveer een jaar geleden is er door de heer Van Merkom de aandacht op gevestigd dat dit gedeelte eigenlijk een afzonderlijke behandeling zou moeten krijgen om dat wij daar in een zeer moeilijke situatie verkeren. Intussen zou het groe ne licht voor de voetgangers misschien wat langer kunnen branden dan nu het geval is, vooral op de dagen dat het winkelende publiek in grote aan tallen aanwezig is» De heer FROGER: Ik zou de wethouder willen vragen of het verkeer 's avonds definitief wordt uitgesloten in het gebied tussen de Akkerstraat en het Van Coothplein. Of zal dit gebied 's avonds wel per auto bereik baar zijn? Er is namelijk een aantal zaken dat daarvan leeft. Wethouder VAN DUN: Allereerst de opmerking van de heer Van Duijl. Zijn fractie stemt in met het voorstel maar hij gaat in op de vraag stelling van het comité Behoud Binnenstad, dat de merkwaardige gewoon te heeft de raad kort vóór een raadsvergadering een brief met kantteke ningen te sturen, zodat ik enigszins in het ongerede raak. De opmerkin gen van de heer Van Duijl zijn er echter niet minder om. Naar mijnme- ning is er een misverstand gerezen. Dit voorstel gaat over het inrichten van het gebied tussen de Akkerstraat en het Van Coothplein als voetgan gersdomein. De mogelijkheid bestaat -- u ziet dat nog niet in dit raads voorstel -- dat er een aanvullend krediet gevraagd zal worden voor een uitstulping van de Ginnekenstraat in de richting van het Van Coothplein, met name omdat het zinvol zou kunnen zijn de entree van het voetgangers domein met bomen en wellicht een kunstwerk op te luisteren. Wethouder BROEDERS: Een scharenproject. Wethouder VAN DUN: Neen, geen scharen, maar misschien iets soort gelijks. De kwintessens van het bezwaar van het comité Behoud Binnenstad is dat men een entree van het voetgangersdomein wil hebben die geen gevaren oplevert. Nu is het merkwaardige dat een aantal jaren geleden juist op dat punt waar het comité Behoud Binnenstad op doelt een voet gangersoversteekplaats met de bekende knipperbol was. Op basis van de gevaarlijke situatie ter plaatse, namelijk het vrij dichtbij liggen van het kruispunt Vierwindenstraat-Keizerstraat, is die voetgangersoversteekplaats

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 632