635 20 JUNI 1974 mij voor dat dit ook niet het geval zal zijn met de commissie voor jeugd en sport. Dit heeft nogal wat gevolgen voor de onderhavige sector.voor- al omdat uit de passage over de sportactiviteiten blijkt dat de sportvereni gingen in feite slechts één uitwijkmogelijkheid hebben, namelijk naar het sportpark Wisselaar. De sportactiviteiten worden voornamelijk bedre ven door bewoners van de Belcrumpolder en dit leidt tot moeilijke situa ties. Op grond daarvan zou ik het college willen verzoeken het voorstel terug te nemen en dit eerst in de commissie voor jeugd en sport aan de orde te stellen. De heer VAN CAULIL: Bij de behandeling van dit voorstel in de commissie had ik de indruk dat aan de bestemming betrekkelijk weinig werd veranderd. Ten aanzien van de sportaccommodaties rijzen enige vragen en nu u dit zelf zo duidelijk in het stuk aangeeft verlang ik ook een duidelijke uitspraak van u. In aansluiting op de woorden van de heer Crul wil ik er op aandringen dat de huidige voorzieningen alle aandacht krijgen en zoveel mogelijk worden gehandhaafd. De heer VAN DUIJL: Men zal zich afvragen waarom ik er nu weer op terug moet komen, maar ik wil er toch even de nadruk op leggen dat wij bijzonder veel moeite hebben met het gedeelte over het sportterrein. Dat sportterrein ligt er nu al 20 jaar en wordt voornamelijk door de jeugd uit de naaste omgeving gebruikt. De dienst jeugd en sport is schijnbaar op de hoogte geweest van het feit dat dit in het stuk voorkwam maar de afdeling is over deze mogelijkheid niet ingelicht. De verenigingen die al jarenlang van dit sportterrein gebruik ma ken zijn op het ogenblik bezig met het verbouwen van hun accommoda tie, terwijl als wij dit voorstel aannemen de mogelijkheid aanwezig is dat zij op zeer korte termijn moeten verdwijnen. Daarom zou ik graag van de wethouder vernemen welk standpunt te dien aanzien door het col lege wordt ingenomen. Mevrouw J3GER-MIDDELBEEK: Ik wil mij gaarne bij de woorden van de heer Van Duijl aansluiten. Ook zou ik graag willen weten wat precies de bedoeling van dit voorstel is. Als dit niet duidelijk is stel ik voor het voorstel terug te nemen en eerst in de commissie jeugd en sport te bespreken. Wethouder VAN DUN: Er zijn een formele en een materiële kwes tie aan de orde. De formele kwestie is enigszins door de heer Van Duijl belicht die zich afvraagt of dit stuk niet in de commissie jeugd en sport besproken had moeten worden. In de eerste plaats is de dienst jeugd en sport hierover wel geïnformeerd; de dienst heeft daar ook advies over uit gebracht. In de tweede plaats is het niet de bedoeling dat bestemmings plannen in alle "aanpalende" commissies aan de orde komen. Juist in bestemmingsplannen komt een aantal multi-functionele dingen aan de orde en het is te doen gebruikelijk dat de commissie ruimtelijke orde ning het enige aan het college adviserende lichaam uit de raad is.Dat is de formele kant van de zaak. Vervolgens de inhoudelijke kant. Er is op het ogenblik in DeKrog- ten een terrein dat conform de gebruiksbepalingen en de afspraken van de zich daar bevindende sportverenigingen bestemd is om gebruikt te wor den door de werknemers van in die omgeving gevestigde bedrijven. De verenigingen die zich daar te pas en misschien ook te onpas ophouden weten dit en zijn ervan op de hoogte dat zij op eerste aanzegging ergens anders gehuisvest kunnen worden. Wat staat er nu in het stuk? Wij erkennen dat een aantal mensen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 635