637
20 JUNI 1974
Ik ben het met de wethouder eens dat het belangrijk is dat Breda
ook in deze sector over industrieterrein beschikt, maar in dit geval moet
men belangen tegen elkaar afwegen en dat is duidelijk niet gebeurd.Als
de commissie jeugd en sport niet bij deze aangelegenheid betrokken is
heeft er geen afweging van de belangen plaatsgevonden. Daarom heb
ben wij ook voorgesteld dit voorstel terug te nemen om de consequenties
en de mogelijkheden nog eens goed te bekijken.
Natuurlijk is Wisselaar een mooi sportpark waar in de toekomst ze
ker gebruik van gemaakt zal gaan worden, maar dit terrein is duidelijk
wijkgebonden en daarmee moet in de belangenafweging rekening worden
gehouden. Als het voorstel niet wordt teruggenomen zullen wij op grond
van de genoemde overwegingen helaas tegen moeten stemmen.
Mevrouw jaGER-MIDDELBEEK; Ik denk er net zo over als de heer
Crul dus het heeft weinig zin daar nog veel woorden aan vuil te maken.
De heer VAN BANNING; Ik heb uit hoofde van mijn taak bij de
Maatschappij tot Bevordering van de Industrievestiging in het verleden
nogal eens met dit object te maken gehad in die zin, dat ik niet beter
weet dan dat dit terrein tijdelijk als sportveld in gebruik is geweest.Het
is dus tijdelijk afgestaan om daar sport te kunnen bedrijven en nu heeft
diezelfde maatschappij kort geleden een verzoek bereikt om een stuk
grond voor een ander doel af te staan. Het zou naar mijn opvatting bij
zonder waardevol zijn wanneer nu duidelijk zou blijken dat het desbe
treffende terrein de bestemming "industrieterrein" had en dat het tijde
lijk voor sportdoeleinden is afgestaan, zodat het indien nodig wederom
als industrieterrein ter beschikking kan komen. Ik zou daarbij wel wil
len aantekenen dat overleg met de commissie jeugd en sport ook in mijn
visie wenselijk is, maar verder zou er dan ook niet meer over gepraat
kunnen en moeten worden.
Wethouder VAN DUN; Wat mijn interruptie in de richting van de
heer Van Duijl betreft: ik heb niet "te pas en te onpas" maar "te pasen
mogelijk te onpas" gezegd.
Mogelijk is er een misverstand gerezen over de taken en functies
van de commissie ruimtelijke ordening. Men zegt dat wij dit plan inde
commissie jeugd en sport hadden moeten brengen om voor- en nadelen
af te wegen, maar de commissie jeugd en sport is daarvoor nu juist niet
de aangewezen plaats. Het enige waarvoor deze commissie kan zorgen
is een programma van eisen inzake de discipline bij jeugd en sport en het
is de taak van de commissie ruimtelijke ordening om de eisen van de
kant van jeugd en sport en de eisen van de kant van economische zaken,
enz. met elkaar in overeenstemming te brengen. De commissie ruimtelij
ke ordening probeert prioriteiten te bepalen en doet vervolgens voorstel
len aan de raad. Het is dus niet de commissie jeugd en sport die ter zake
de dienst uitmaakt,
Ik geloof nog steeds dat er een gebrek aan informatie is, want waar
gaat het in feite om? Hier is een terrein dat bestemd is voor de recreatie
ve behoeften van de werknemers van omliggende bedrijven. In het be
stemmingsplan komt het woord "sportterrein" voor, maar ik wil de heer
Van Duijl verwijzen naar de gebruiksbepaling bij het vigerend bestem
mingsplan waarin dit duidelijk omschreven staat. Nu kan men zeggen
dat ik op de formele toer ga en daar heeft men dan wellicht gelijk in.
Het college is van mening dat er kleine industrieterreinen nodig
zijn en dat ook het desbetreffende terrein daarvoor in aanmerking komt.
Daarom vind ik het van het college een nobel voorstel ter plaatse geen
bestemming te realiseren voordat er alternatieve mogelijkheden voor de