642 20 JUNI 1974 middenstand wordt door de consument als ouderwets betiteld. Men vindt met name dat het aanwezige grootwinkelbedrijf door gebrek aan concur rentie geen behoefte gevoelt aan de moderne eisen die de consument aan inrichting en service stelt tegemoet te komen. Voor de midden-en klein bedrijven worden de eerder genoemde oorzaken onderkend en vraagt on ze fractie zich af of een verdere sanering te voorkomen is. Zo niet, is het dan niet beter dit proces te bespoedigen en te trachten overheidsmaat regelen te bevorderen? De leegstand zou kunnen worden benut om de no dige ruimte in het centrum te verkrijgen ten behoeve van het openmaken van dichtgeslibde binnenterreinen. Als inderdaad tot vestiging van groot winkelbedrijven tegen de binnenstad aan zou worden overgegaan is de plaats van die vestiging van grote invloed op de spreiding van consument en verkeer. Het aantrekken van deze koopkracht zou van grote beteke nis zijn voor de daartussen liggende kleinere winkelbedrijven. De bereikbaarheid. Het centrum -- niet tot de singels wordt door de fractie als goed bereikbaar bestempeld. De loopafstanden van de parkeerterreinen tot het voetgangersdomein worden niet als hinder lijk ervaren. Verder is geconcludeerd dat dit gedeelte al nagenoeg ver keersvrij is. Vermeld dient te worden dat uit het rapport over de Grote Markt blijkt dat niet meer de Grote Markt maar de oversteek bijVoss- Hollenkamp het centrum is geworden. De fractie is van mening dat dit grote consequenties zal hebben ten aanzien van de verkeersafwikkeling en de voetgangersoversteekplaats ter plaatse. Reeds nu worden maatre gelen ter plaatse noodzakelijk geacht in de vorm van de bebouwingvan het braakliggende terrein van de voormalige kerk en door een andere instelling van de verkeerslichten in de naaste omgeving, vooral bij de voetgangersoversteekplaats. De fractie is van mening dat in het integra tiemodel aandacht moet worden besteed aan de volgende punten: 1. de versmalling van de oversteekplaats bij Voss; 2. de versmalling -- desnoods visueel -- van beide wegen door bijvoor beeld het planten van bomen en het verbreden van de trottoirs; 3. de loopafstanden bij verdere uitbreiding van het voetgangersdomein, ook al in verband met het in de toekomst wegvallen van de thans bestaande provisorische parkeerterreinen; 4. de blijvende bereikbaarheid van de binnenstad voor bedienend verkeer, consument, parkeergarages, gehandicapten etc. 5. kort en lang parkeren voor de bestaande bedrijven; 6. het aanpassen van het buslijnensysteem en het verbinden van belang rijke haltes met kleine bussen; 7. het niet alleen bij het station laten stoppen van buitenlijnen van bus diensten maar ook bij het nieuwe centrum; 8. de fietsers én de fietsen; 9. wat is te bereiken met éénrichtingsverkeer? De gewenste toekomstige ontwikkeling. Concreet stelt de fractie het college op dit moment voor de volgende visie c. q. gedachte nader uit te laten werken: Z6ne 1. Het beschermd stadsgezicht uitbreiden, verbetering van het mi cromilieu ten aanzien waarvan ligging en/of vestiging van groot winkelbedrijven van groot belang is in verband met de verdeling van het winkelend publiek over de stad. Restauratie- en rehabi litatieplan. Herziening verkeerscirculatie. Situering van parkeer voorzieningen en nieuwe ontwikkelingen zeer sterk begeleiden. Z6ne 2. De al dan niet bestaande relatie met de oudere kern verder uit werken en harder maken, Het beschermd stadsgezicht uitbreiden. Het vestigingsklimaat drastisch verbeteren. Rehabilitatie van het woningbestand onderzoeken. Kosten- en batenanalyse van het be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 642