646 20 JUNI 1974 te gaan realiseren. De heer FROGER: De raad het zwijgen op te leggen. De heer SANDBERG: Die machtsmiddelen zijn vrij gering. De laatste dagen is mij van alle kanten gezegd dat iemand zomaar een heel pand mag slopen om plaats te maken voor een kantoorgebouw dat ruimtelijk gezien nauwelijks in te passen valt en zeker afbreuk aan de omgeving doet. Dan gaat men zich toch wel afvragen waar alle mooie plannen blijven, vooral als aan dergelijke dingen niets kan worden ge daan. De heer CRUL: Dit preadvies en alles wat daaraan vooraf gegaan is, is al heel wat keren in de fracties van D'66 en het PAK besproken. Namens D'66 en het PAK wil ik nu een standpunt naar voren brengen.Een werkgroep heeft zich over de materie gebogen om voor ons een wat bre dere standpuntbepaling mogelijk te maken. Allereerst zou ik iets over het bestuur willen zeggen en daarmee bedoel ik dan de raad die hier vanavond in vergadering bijeen is. In het rapport van de commissie "Positie raadsleden" wordt duidelijke taal ge sproken over de functie die deze commissie aan de raad toedicht. Er stond niet bij "is rood" maar dat had u er misschien toch albijgedacht. In het rapport wordt ook de verantwoordelijkheid van die raad voor de stad of het dorp besproken, er wordt gesproken over de verantwoordelij ke taak die het gemeentebestuur in de beleidsbepaling zou moeten ver vullen. U hebt in de commissie algemene zaken ook al een paar keer gezegd dat die taak eigenlijk in grote lijnen zou moeten worden aange pakt. Dit betreft dan het totale gebeuren in de stad, maar wat is er nu eigenlijk met de binnenstadsplanning gebeurd als men de bedoelingen van de commissie "Positie raadsleden" beziet? Tot nu toe zijn wij er als raad praktisch niet bij ingeschakeld, maar ik meen dat wij daarvoor ook de hand in eigen boezem moeten steken. Wij hebben daar nog geen pogingen toe gedaan en het hele probleem heeft tot nu toe in de verant woordelijke handen van het bureau Van Heeswijk, het ambtelijk appa raat en het college gelegen. Het college zal overigens in de afgelopen periode maar weinig tijd voor bestudering hebben gehad. Nu is tijdens de hearings gebleken dat de sociografische dienst een zeer voorname plaats heeft ingenomen in het naar buiten treden van het ambtelijk ap paraat. Dit is in samenwerking met het bureau Van Heeswijk geschied en voor al het werk dat door dit bureau en door de sociografische dienst is verricht hebben het PAK en D'66 veel waardering. Wat de positie van de raad betreft vinden wij dat de raad vanaf dit moment een voorname rol in de beleidsbepaling zal moeten spelen. Ook het ambtelijk apparaat zal wat breder samengesteld moeten worden voor zover dat tenminste nog niet in de ambtelijke stuurgroep is gebeurd. Voor zover wij weten is het ambtelijk apparaat naar buiten toe slechts zeer beperkt ingeschakeld, maar daarin kunnen wij ons natuurlijk ver gissen. Tot onze spijt is het ook praktisch niet overgekomen dat de maat schappelijke sector is ingeschakeld. Verder zal deze raad de burgerij op een intensieve en uitnodigende manier bij de verdere plannen moeten betrekken. De basis van de binnenstadsplannen moet naar onze mening voor een belangrijk deel worden gevonden in de voorziene gewestelijke ont wikkelingen die bij het opstellen van de plannen naar voren zijn geko men. De tweede nota ruimtelijke ordening heeft duidelijk meegespeeld naast de ontwikkeling en de groei van de bevolking en niet op de laatste plaats de belevingsaspecten die op dit terrein van de burgerij worden ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 646