652
20 JUNI 1974
6. het tegengaan van ontwikkelingen die de toekomstige bestem
mingsplannen kunnen belemmeren of onmogelijk maken;
7. het waarmaken van de dienende functie van de binnenstad in
relatie tot de wijken en de regio;
8. een plan opstellen dat er op gericht is topvoorzieningen enbo-
venwijkse projecten d£3r te vestigen waar deze functioneel,
ruimtelijk en mede op grond van sociale motieven het beste
kunnen worden ingepast;
9. gebruik maken van en inspelen op de mogelijkheden die de
wettelijke bepalingen ons bieden;
10. het opstellen van een duidelijke tijdsplanning voor de verdere
realisering van de plannen;
11. de inspraak evalueren door na te gaan of de doelstellingen die
wij ons gesteld hadden wel of niet bereikt zijn en daarvan de
reden vast te stellen; verder vast te stellen welke doelstellin
gen op het gebied van de inspraak wij vanaf dit moment moe
ten nastreven.
Tenslotte moet een matige hiërarchische opbouw van de stad wor
den gerealiseerd. Ten aanzien van de werkgelegenheidsaspecten dient
de in te stellen raad voor de werkgelegenheid te worden ingeschakeld en
voorts dienen reële besprekingen te worden gevoerd omtrent de overna
me van de militaire terreinen.
Ik heb gezegd dat wij onze ideeën niet in een motie of amende
ment hebben willen vastleggen. Wij zouden dat gezien het belang van
het probleem niet juist vinden, mede op grond van ons oordeel dat wij
gezamenlijk tot een startpunt voor de verdere ontwikkeling van de bin
nenstad moeten komen. De zojuist door mij genoemde overwegingen
hebben wij echter wel op papier gezet en hoewel het niet gebruikelijk
is zouden wij u deze officieel willen aanbieden.
De VOORZITTER: Ik dank de heer Crul voor zijn inbreng waarvan
naar ik meen de gehele raad een afschrift zal kunnen krijgen.
Het is nu bijna elf uur en het totale debat over de binnenstad zal
van een zodanige omvang zijn dat het mij onverantwoord lijkt daar nu
mee door te gaan. Ik neem daarbij in overweging dat de binnenstad en
alles wat daarmee verband houdt van bijzonder groot belang is en daar
om lijkt het mij ook in verband met een goede beantwoording van de
vragen -- verreweg het beste dat de beantwoording maandag a.s. zal
plaatsvinden. Dan zal er misschien ook iets meer rust heersen. Als wij
nu doorgaan ontstaat er een versnippering van het debat en dat lijkt mij
volstrekt onjuist. Om die reden stel ik u voor de beraadslagingen te slui
ten. Maandag a.s. zien wij elkaar terug. Ik heb de aantekeningen van de
heer Crul voor mij en zeg de raad toe dat een afschrift hiervan zal wor
den rondgestuurd. Wij zullen de aantekeningen fotocopiëren zodat zowel
de raad als het college van burgemeester en wethouders daar a. s. maandag
rekening mee kan houden.
De VOORZITTER sluit de vergadering om 22. 54 uur.
DrU... ui^ua,
De