654 24 JUNI 1974 ben daarom hulp van buitenaf ingeroepen en ons sociografisch bu reau en onze dienst openbare werken laten bijstaan door het bu reau Van Hezewijk. Op die manier is de werkgroep Binnenstad gevormd, die tot dusverre onder auspiciën van college en raad verantwoordelijk is voor de geproduceerde rapporten. Wij hebben bij de onderzoekingen allereerst aandacht besteed aan de vraag welke druk er in feite van buitenaf op Breda wordt uitgeoefend. Wat betekent Breda in de regio? Het rapport "exter ne functiebepaling van Breda", dat twee jaar geleden is versche nen geeft daarvan een inventarisatie. Het geeft een inventarisatie van een aantal in den lande verschenen nota's en het stempelt Breda tot de stad in West-Brabant met het hoogste verzorgingsni veau, ondanks het feit dat sommige raadsleden daaraan twijfelen. Het rapport geeft ook aan dat Breda terecht wordt aangemerkt als een stad met een centrumfunctie in West-Brabant, Om misverstanden te voorkomen wijs ik erop dat de kwalifi catie van Breda als hoofdstad van West-Brabant wat te vroeg in de tekst is binnengeslopen. Wij pretenderen niet dat Breda de hoofdstad van West-Brabant is, maar wij signaleren uit de feiten dat Breda een centrumpositie heeft en dat Breda niet alleen ter wille van zichzelf, maar ook in het belang van het gewest West- Brabant die functie moet behouden. Dit is ook de opdracht in het streekplan West-Brabant. De heer Crul is daarop in onze vorige vergadering teruggekomen en hoewel het college en de heer Crul daarover van mening verschillen wijs ik erop aat wij hierover bij het principebesluit over de Haagse Beemden duidelijke taal hebben gesproken. Uit een raadsbesluit blijkt dat wij de uitdaging aanvaar den. Daarom hebben wij besloten tot woningbouw en industrievestiging in de Haagse Beemden, Na het eerste rapport is het vrij lang stil geweest. In die tijd is het rapport "profiel van een binnenstad" voorbereid en aan de raad gepresenteerd. Wellicht leeft het idee dat het tweede rap port niet bijzonder nuttig was, maar wij hebben nu eenmaal een uitputtende inventarisatie nodig van alles wat er in de binnenstad te doen is. Als wij besluiten dat er in de binnenstad iets moet ge beuren kan het rapport ons leren wat er al is. Door een eenvou dige aftreksom kunnen wij dan te weten komen wat er moet wor den toegevoegd. Wellicht komen wij ook tot de conclusie dat sommige functies niet in de binnenstad thuishoren, Ik kom straks bij voorbeeld nog terug op het vraagstuk van de militaire terrei nen. Het derde rapport "Breda, binnenstad in perspectief" is het be langrijkste tot nu toe. Door middel van dit rapport kan een aan zet tot een structuurplan worden gegeven. In dit derde rapport geven wij allen en met name de raad een handvat om via een zeker niet gemakkelijke methode zich in de situatie van de binnenstad in te leven. Het gaat om het etaleren van een viertal denkmodellen, Sommige leden van de raad zijn van mening dat deze methode het schoolvoorbeeld van een stuk desintegratie is. Deze modellen zijn: het economisch model, het verzorgingsmodel, het ontmoe tingsmodel en het cultuur-historisch model. Volgens die modellen zal een discussie op gang kunnen komen, waarbij het gaat om de vraag hoe wij de binnenstad opvullen, In de discussie zijn al nieuwe modellen genoemd, zoals vervoers- en realiteitsmodellen. Onge twijfeld kunnen nog meer modellen worden bedacht, maar voor lopig volstaan wij met de vier modellen uit het rapport. Het gaat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 654