656
24 JUNI 1974
de kosten-baten-analyse en het structuurplan op de weg naar de
bestemmingsplannen voor de binnenstad.
Een ander algemeen punt is de inspraak, de positie van de
Stedebouwkundige Adviesraad, wat er al gebeurd is en wat er ge
beuren gaat. Vooraf wil ik opmerken dat ik mij bij het beantwoor
den van de kritische opmerkingen uit de raad misschien op uw ter
rein begeef, omdat vele kwesties wellicht de binnenstadsproblema-
tiek te boven gaan en meer te maken hebben met kwesties van
democratisering en inspraak.
Wij hebben geprobeerd een moeilijk rapport te vertalen. De
opmerkingen uit de raad in de richting van het bureau voorlich
ting en de werkgroep, die hebben bijgedragen aan de popularise
ring zijn terecht gemaakt. De complimenten dienaangaande zal
ik graag doorgeven. Wij hebben een moeilijk rapport en ik wil
er één kanttekening bij maken. Persoonlijk ben ik van mening
dat de moeilijke materie geen excuus mag zijn voor alles wat
wij na de inspraak gezamenlijk zullen moeten constateren. Als
men zich interesseert voor de problematiek van de eigen binnen
stad, hetzij als belanghebbende daartoe behoren wij vrijwel
allemaal -- hetzij als belangstellende, kan men ten minste de
eenvoudige weergave lezen. Wij hebben geprobeerd die eenvou
dige weergave huis aan huis te verspreiden. Er is een voorlich
tingsavond gehouden en men kan de kritiek pas verstaan als men
de voorlichting heeft gelezen en de trits hearingavonden heeft
meegemaakt. Dat is een moeilijk punt. Ik meen dit misverstand
ook in sommige bewoordingen van de heer Crul te mogen beluis
teren. Er is een eerste avond gehouden waarin de volledige stuur
groep, de wethouder en de werkgroep en ook anderen aanwezig
waren om iedereen te informeren met behulp van het aanwezige
materiaal. Op de volgende avonden is steeds een uur voor het
begin van de hearing informatie gegeven. Dit proces dient voor
af te gaan aan meningsvorming en daarna hebben wij gepro
beerd te luisteren. Wij hebben twee hearings gehouden, één voor
belanghebbenden, de zakenmensen uit de binnenstad, en één voor
belangstellenden, zowel bewoners van Breda als mensen van bui
ten de stad. Hoewel ik mij kan indenken dat op zulke avonden
kwesties als V. en D.de superstore en de Houtmarkt aan de
orde komen, was het onze primaire taak te luisteren, om te we
ten te komen wat de Bredanaars ervan vonden.
Op verzoek van met name de heer Sandberg is er een vier
de avond gehouden. Die avond is gehouden in de schouwburg en
daar is gediscussieerd over het preadvies van het college. Als
wij nu alles bijeen nemen, het binnenstadsrapport dat tegen gere
duceerde prijs verkrijgbaar was, de vertaling van het rapport dat
huis aan huis is verspreid, de informatieve avond, de beide hearings
en de discussieavond, vragen de raad, de commissie voor algeme
ne zaken en het college zich af of dit de methode is waarop wij
verder moeten werken. In een commissie is opgemerkt dat wij de
wijken in zouden moeten trekken. Het lijkt mij onvoorspelbaar
wat er dan gebeurd zou zijn, maar misschien moet het een vol
gende keer wel gebeuren. Laten wij met elkaar vaststellen dat de
methode van inspraak noch door de raad noch door het college
voldoende wordt beheerst. Dit is een ervaring die wij danig moe
ten evalueren om er lessen uit te trekken. Ik heb evenwel bepaald
niet de indruk dat deze gang van zaken mislukt is, maar het had
beter gekund en wij mogen niet veronderstellen dat Breda mee-