24 JUNI 1974 659 Houtmarkt verkocht aan een Engelse belegger op een voorlopig koopcontract. Inmiddels blijken de bepalingen van de Bank van Engeland de koper niet in staat te stellen de betreffende gelden over te maken. Ik weet niet waar dit op uitloopt, maar 1 juli is een fatale datum. Er treedt dan een boeteclausule in werking. Dit is een zaak tussen V. en D. en de Engelse belegger en voor alsnog onttrekt deze kwestie zich aan de visie van het college omdat het terrein niet ons eigendom is. De heer Van Duijl heeft als eerste over de militaire terreinen gesproken. De heer Crul heeft ook gezegd dat de besprekingen over de militaire terreinen geactiveerd mogen worden. Ik wil in herinnering roepen wat er hier bij de militaire terreinen is ge beurd en het lijkt mij een logische kwestie toe. Er wordt over de ze kwestie gesproken en in de uitwerking van het rapport ziet u dat deze terreinen altijd meespelen. Wij hebben op allerlei wij zen met de militaire overheid onderhandeld. Zij is in principe bereid met ons te spreken over hetgeen met die terreinen kan ge beuren. Er zijn enkele beperkende bepalingen, waarvan ik er twee erg duidelijk vind. De visie van de militaire overheid op haar terreinen in Breda is mede afhankelijk van de defensienota. Voorts wil de militaire overheid als er over terreinen wordt gesproken graag weten wat wij nodig hebben, waarvoor wij het nodig heb ben en wanneer dat het geval zal zijn. Het is duidelijk dat wij pas als wij uit de problematiek van deze rapporten zijn naar de militaire overheid kunnen stappen met duidelijkheid over wat wan neer voor bepaalde doeleinden nodig is. Op dat moment kan er gepraat worden. Het gesprek met de militaire overheid wordt warm gehouden. In het betoog van de heer Van Duijl kwamen de punten 1 t/m 9 voor, waarvan punt 1 de versmalling van de oversteekplaats bij Voss is en punt 9 de vraag wat er te bereiken is met éénrichtings verkeer inhoudt. Dit zijn punten waarop ik op dit moment het concrete antwoord schuldig moet blijven. Dit is een inbreng van uit zijn fractie in het structuurplan die wij bijzonder graag mee nemen. Op één punt kan ik de raad een informatie verschaffen. Het gaat om het aanpassen van het lijnensysteem van de bussen en het verbinden van belangrijke halten met kleine bussen. Het ligt in het voornemen van ae BBA en het college in oktober te beginnen met een minibus-experiment op de lijn rond de binnen stad die ook de halte op de Claudius Prinsenlaan zal aandoen. Er wordt dan met behulp van de minibus een soort ringlijn rond de stad gelegd. Deze lijn zal een verbinding tot stand brengen met de radialen waar de normale buslijnen over lopen. De heer Sandberg heeft gezegd dat de inspraakprocedure mis lukt is. Ik heb daarover al voldoende gezegd. Hij plaatste een verrukkelijke opmerking die ik graag onderschrijf: "met het rap port kun je alle kanten uit". Ik vind dat eigenlijk het grootste compliment dat men de schrijvers kan maken, want dat was de bedoeling van het rapport. Wij wilden niet de indruk wekken dat wij het voor u hebben klaargemaakt. De raadsleden kunnen vanuit hun visie met het rapport de kant uit die zij graag willen. Ik wil dit compliment graag doorgeven aan de werkgroep. Een heel nare vraag van de heer Sandberg is wat Breda in het monumentenjaar gaat doen. Ik moet op die vraag het antwoord schuldig blijven, tot het moment waarop de begroting voor 1975 behandeld zal worden in de commissie voor culturele zaken en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 659