670 24 JUNI 1974 VOOR stemmen: de heren Veelenturf, Taks, Jansen, America, Goos, Roozeboom, Van den Wijngaard, Nihot, Geene, Van Dun en Van Caulil, mevrouw jager, de heren Kroon, Broeders, Van Duijl, Froger en Kramer, mevrouw Van Rooij en de heren De Raaff, Eissens, Van Banning, Von Schmid, Sandberg en Gielen. TEGEN stemmen de heer Van Os, mevrouw Paulussen, me vrouw Willems en de heer Crul. 25. bijlage nr. 198 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJ ZIGING VAN DE ALGEMENE BEZOLDIGINGSVERORDENING. (gemeenteblad nr. 1332, 11-71). 26. bijlage nr. 199 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJ ZIGING VAN DE BIJLAGE VAN DE ALGEMENE BEZOLDIGINGS VERORDENING. (gemeenteblad nr. 1332, rubriek 11-71). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen onder de nrs. 25 en 26 besloten. 27. bijlage nr. 200 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST STELLING VAN DE VERORDENING WATERVERONTREINIGINGS- BIJDRAGE 1973. De heer VEELENTURF: Er blijft mij niets anders over dan in te stemmen met uw voorstel, als ik althans goed heb begrepen dat het hier gaat om het uitvoeren van een maatregel van de hogere overheid, In deze regeling zit naar mijn mening een onbillijkheid. Zeer veel kleine zelfstandigen oefenen hun bedrijf uit in het gebouw waarin zij ook wonen. Dientengevolge krijgt men voor de waterver- ontreinigingsbijdrage 1973 een dubbele aanslag opgelegd. Men krijgt een aanslag voor de woonruimte en een aanslag voor de bedrijfs ruimte, terwijl men toch binnen de gestelde vervuilingsnormen van uw voorstel blijft. Ik stem met uw voorstel in, maar ik behoud mij het recht voor om zo gauw de gelegenheid zich voordoet deze on billijkheid weg te nemen hierop terug te komen. De VOORZITTER: De heer Veelenturf zal zich tot een vertegen woordigend lichaam als de Tweede Kamer moeten wenden. Het gaat hier om een uitvoeringsbesluit Verontreinigingsbijdrage Rijkswateren die door de rijksoverheid is vastgesteld. Wij mogen dat terugvorde ren bij de Bredase burgers en industrieën. De heer FROGER: Als u het mag, moet het dan ook? De VOORZITTER: Neen, maar de raad heeft besloten dit wel te doen. De heer VEELENTURF: Dat neemt niet weg dat ik dit onbil lijk blijf vinden. De VOORZITTER: Dat is uw goed recht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 670