674 24 JUNI 3974 geven -- overlijden, waarna de weduwe weer wil terugkeren naar de om geving waarin zij gesetteld was vóór haar man in Breda in functie kwam. Het is bij de rijksoverheid gebruikelijk dat in deze gevallen de weduwe op kosten van het rijk naar de oorspronkelijke plaats van inwoning kan terugkeren. Ik zou u willen vragen of dit met gebruikmaking van artikel 11 mogelijk is. Voorts wil ik nog iets vragen over artikel 7, lid 2. Daar staat dat van de opknapkosten van de woning 1 °]o van de jaarbezoldiging van be langhebbende op de dag waarop de nieuwe woning kan worden betrokken voor diens rekening blijft. Zou het niet verstandig zijn hier bij te zetten of het hier om de bruto- of netto-bezoldiging gaat? Ik meen dat het om de bruto-bezoldiging gaat. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Wij zijn gestruikeld over artikel 9, lid 2. Het bevreemdt ons een beetje dat de commissie voor gemeen telijk overleg in personeelszaken dit artikel heeft laten passeren. In de meeste gevallen zal dit artikel betrekking hebben op vrijgezellen. Wij vinden het nogal discriminerend dat een ambtenaar, die om welke re den dan ook in dezelfde stad als het gezin waartoe hij behoorde een pen sion heeft betrokken, niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in de pensionkosten, terwijl een vrijgezel die buiten het woongebied van zijn gezin een pension betrokken heeft daarvoor wel in aanmerking komt. Wij menen dat een dergelijke bevoogding voorbij behoort te zijn. Het is ons niet duidelijk waarom in Breda is afgeweken van de modelregeling van het centraal orgaan. Misschien kan de wethouder ons duidelijkheid verschaffen. Kan de wethouder deze opmerking meenemen naar de vol gende vergadering van de betreffende commissies om dit punt nog eens te bekijken? Wethouder DE RAAFF: Een geval zoals de heer Nihot noemde,waar in een kort in dienst zijnde ambtenaar overlijdt en de weduwe terug wil keren naar de oorspronkelijke woonplaats, hebben wij nog nooit meege maakt, Ik kan mij echter voorstellen dat wij in dat geval bij elkaar gaan zitten om te bezien wat redelijk is. Ik meen dat het op grond van artikel 11 betaald kan worden. In dat artikel staat namelijk dat burgemeester en wethouders kunnen beoordelen wat redelijk is. Als het onverhoopt voor komt, zullen wij dat zeker doen. Ten aanzien van de opmerking over artikel 7 kan ik zeggen dat in alle verordeningen wordt uitgegaan van bruto-bezoldiging. Het lijkt mij echter niet nodig dit expliciet te vermelden. Alle regelingen gaan uit van bruto-bezoldiging, bruto-salaris en bruto-loon. De vraag van mevrouw Willems wil ik graag meenemen. Het be treft hier verplaatsingskosten. Aan de hand van praktijkgevallen hebben wij bezien wat er moet worden gedaan. Als iemand in Steenbergen bij zijn ouders woont en hij verhuist naar Breda omdat hij hier werkt, moet er dan een tegemoetkoming worden gegeven? Wij hebben er niet bij stil gestaan dat dit ook in de stad zelf kan voorkomen. Ik zal de vraag aan de commissie voorleggen, Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten, 33. bijlage nr. 189 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST STELLING VAN DE VERORDENING STUDIEFACILITEITEN.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 674