24 JUNI 1974
677
ties. Wat doet de gemeente aan voorlichting op dit punt?
Hoofdstuk 2 betreft de instandhouding en vernieuwing van het be
staande woningbezit. De uitvoerige discussie in de raadsvergadering van
17 januari klinkt hier op geen enkele wijze door, met name noem ik
hier de Gerardus Majellawijk. Het denkproces dat in de raad en het amb
telijk apparaat ten aanzien van deze wijk op gang is gekomen komt niet
aan de orde, terwijl in de inleiding nadrukkelijk wordt gesteld dat dfe
zaken aan de orde zijn die zowel in de gemeentelijke diensten alsook in
de raad de laatste tijd hebben gespeeld. Op 17 januari heeft mijn frac
tie duidelijk gesteld dat er positief naar renovatie moet worden gestreefd
in overleg met de bewoners en na een uitgebreid onderzoek. De lijdens
weg in de Gerardus Majellawijk is ieder zo langzamerhand wel bekend.
Bij de behandeling op 17 januari heeft de heer Van Duijl namens zijn
fractie uitdrukkelijk gesteld dat de mogelijkheid zeer wel aanwezig is
dat de dienst openbare werken terug moet komen op het standpunt dat
hij met name ten aanzien van renovatie inneemt. Het wijkcomité heeft
voor wethouder Van Dun op 16 mei alle zaken op een rijtje gezet. De
fracties hebben daar een afschrift van gekregen. Daarin komt naar voren
dat openbare werken aanvankelijk wel meedeed aan het onderzoek, maar
na moeizaam werken en een gespannen sfeer komt op 10 april op twee
velletjes papier de zaak op tafel. Dan komt het hoge woord eruit. De
ambtenaren van openbare werken verklaren dan dat zij geen voorstanders
van renovatie zijn. Dat geldt voor alle woningen en daarom vonden zij
dat de andere woningen niet meer onderzocht behoefden te worden. Wat
gaat wethouder Van Dun nu doen? In eerste instantie zou ik zijn antwoord
dienaangaande willen afwachten. Wij overwegen samen met het C.D. A.
op dit punt een motie in te dienen.
De kosten in relatie tot de baten. Wat zijn in de ogen van het col
lege de baten? Bij lezing lijkt het kostenbesef te overheersen. Er is maar
één zinnetje opgenomen in de waardensfeer. In dat zinnetje staat: "An
derszins kan worden opgemerkt dat door renovatie en dergelijke een be
staand sociaal milieu wordt gehandhaafd". In onze kritiek zei ik al dat
de problemen hoofdzakelijk vanuit de technische en economische aspec
ten worden benaderd. In het algemeen gedeelte heb ik er reeds op gewe
zen dat de regelingen voor de vernieuwbouw sinds 1 april gunstiger zijn
geworden. De toon kan dan ook veel optimistischer zijn dan uit deze no
ta blijkt.
Het volgende hoofdstuk handelt over de knelpunten. Onzes inziens
is er maar één knelpunt en mogelijk is de gemeente daar zelf schuldig
aan. In de nota staat dat de gemeente geen wetenschap heeft van de door
het rijk aangehouden normen, maar verderop staat dat de P. D. V. B. de
eenheidsprijzen verlaagt. De gemeente gaat dus kennelijk van te hoge
eenheidsprijzen uit. In dit verband vraag ik de wethouder te denken aan
de problemen in de Gerardus Majellawijk. Het knelpunt van de model
woning wordt opgelost, want blijkens uw eigen tekst bestaan daar subsi
dies voor. De interdepartementale coördinatie is inderdaad een probleem,
maar daar wordt volgens pagina 2 ook aan gewerkt.
De opbouwwerker wordt ook als een knelpunt beschouwd. Wij vra
gen ons af wat hier het knelpunt is. Waarom moet de opbouwwerker in
gemeentelijke besprekingen zijn standpunt duidelijk en gemotiveerd naar
voren brengen?
Ook de overgeslagen woningen worden als knelpunt genoemd. Hoe
zwaar is dit knelpunt en wat zijn de achtergronden ervan?
Het overblijvende knelpunt wordt gevormd door de eenheidsprijzen,
waarbij de gemeente waarschijnlijk uitgaat van te hoge prijzen.
Op pagina 20 wordt gesproken over de hescherming van de huurder