24 JUNI 1974 679 gewijd aan ongehuwde moeders en gescheiden echtgenoten. Ten aanzien van de leegstand zouden wij u uitdrukkelijk om cijfers willen vragen. Ten behoeve van de trendberekening zouden die cijfers meerdere perioden moeten beslaan. In een andere situatie komen wij hier waarschijnlijk nog wel eens op terug. In de nota wordt geconstateerd dat de categorie woningzoekenden met lage inkomens de grootste vraag naar huisvestingsmogelijkheden voort brengt, Ook in deze nota wordt nog steeds gesproken over goedkope wonin gen voor de burgers van onze stad die economisch gezien tot de zwakke ren behoren. Meestal betekent dit dat de betrokken huizen van mindere kwaliteit zullen zijn dan de huizen die men gezien de behoeften van de betrokken gezinnen zou moeten bouwen. Wij zijn van mening dat er niet meer moet worden gesproken over goedkope woningen, maar dat er moet worden gestreefd naar de bouw van kwalitatief goede woningen. Wij moe ten dan subsidievoorwaarden creëren, die het mogelijk maken dat ieder kan wonen in de woning waaraan hij behoefte heeft. De nota zegt op pa gina 34 iets over de "fondswoningen". Die woningen zijn bestemd voor gezinnen met zeer matige inkomens. Het moet dan om niet te grote wo ningen gaan. Het gaat hier om inkomens van 9. 000,--tot ƒ,13.000,--. Op pagina 27 zegt de nota: "Het streven is er nog steeds op gericht zoveel mogelijk goedkope woningen te bouwen". Verder staat er op pa gina 32: "Goedkope woningaanbiedingen: al bijna twee jaar geleden be gonnen de verschillende nieuwsmedia opvallende aandacht te besteden aan de bouw van eengezinswoningen, waarbij door bijvoorbeeld geringere maat voering, soberder uitvoeringsniveau en dergelijke lagere huurprijzen zou den kunnen worden c. q. reeds zijn bereikt". U zult niet verwonderd opkij ken als wij zeggen dat wij deze behandeling van een dermate belangrij ke problematiek op deze wijze voor de toekomst niet meer kunnen accep teren. De heer FROGER; Het moet mij van het hart dat de evolutie van het PAK zeer snel gaat. Donderdag heeft de heer Crul nog gesproken over so ciale woningbouw. Ik heb toen niets willen zeggen omdat ik het verhaal zo langzamerhand wel kende. U weet dat ik er menigmaal over heb ge sproken dat ik niet van discriminatiestraatjes houd. Tot mijn vreugde hoor ik nu van mevrouw Paulussen dat zij spreekt over passende woningen. De heer VAN DUIJL: Vóór ik op de nota inga wil ik namens onze fractie graag waardering uitspreken voor deze nota die, zoals het eerste woord reeds zegt, informatief is. De nota verschaft de raad dan ook een grote hoeveelheid informatie. De nota geeft geen totaalbeeld, maarzij behandelt de belangrijkste aspecten van het huisvestingsbeleid. De nota biedt daarom voldoende gelegenheid op een aantal aspecten dieper in te gaan, In hoofdstuk 2 geeft u een overzicht van de plannen van het huidi ge kabinet ten aanzien van het landelijke beleid op het gebied van de volkshuisvesting. Hierin vinden wij een groot aantal zaken waarvan wij op dit moment niet precies weten wat eruit zal komen. Wij staan echter positief ten opzichte van de vernieuwbouw, het huur- en subsidiebeleid, de stadsvernieuwing en de nu aangepaste beschikking "Geldelijke steun rehabilitatie". In dit kader verwijs ik ook hier naar mijn opmerkingen bij de algemene beschouwingen ter gelegenheid van de behandeling van de begroting. Daar sprak ik over de kosten van renovatie per woning.On- ze fractie is van mening dat wij, als wij nu al spreken over bedragen bij renovatie van 30. 000, -- tot 35. 000, per woning voor een perio de van 25 tot 30 jaar, het wellicht nodig zullen vinden na te gaan of de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 679