683
24 JUNI 1974
richt in De Stem waaruit bleek dat er met openbare werken niet valt sa
men te werken. Uit het bericht bleek dat de samenwerking was verbroken,
dat openbare werken zich niet aan de afspraken hield en dat de buurtbe
woners voorstanders van renovatie bleven. Dit was voor mij aanleiding
de partijen bij elkaar te roepen. Dit is ongeveer twee maanden geleden
gebeurd en in die bijeenkomst ontstond een geweldige discussie en ik moet
u zeggen dat ik er voor mijzelf niet uit ben gekomen. Ik heb daarop de
dienst openbare werken en de bewoners gevraagd vanuit de eigen optiek
de gemaakte afspraken op papier te stellen. Daarnaast heb ik gevraagd
aan te geven op welk moment bepaalde afspraken niet zijn nagekomen.
Daarop is afgesproken dat wij op 15 juni de gegevens zouden ontvangen
om in het college een beslissing te kunnen nemen en dan verder samen
te praten. Ik heb ook gezegd: als blijkt dat de dienst openbare werken
te kort schiet of te kort geschoten is in het nakomen van gemaakte af
spraken zal de dienst alsnog opdracht krijgen in het kader van de gemaak
te afspraken het onderzoek af te ronden. Ook de tegenovergestelde situa
tie zou mogelijk kunnen zijn.
Beide partijen hebben aan ons verzoek voldaan en vóór 15 juni ont
vingen wij een schrijven van het wijkcomité en een indrukwekkende hoe
veelheid papier van openbare werken. Naar mijn mening blijkt daaruit
dat door beide partijen bepaalde afspraken niet zijn nagekomen. Met die
constatering schiet de Gerardus Majellawijk niets op. Om die reden heb
ik de directeur van openbare werken opdracht gegeven het onderzoek te
hervatten. Daarvan heb ik schriftelijk mededeling gedaan aan het wijk
comité. Daarbij heb ik dit comité uitgenodigd alsnog met de dienstopen-
bare werken tot een eindconclusie te komen. Ik moet er bij zeggen dat
het wijkcomité twee maanden geleden op voorhand te kennen heeft ge
geven dat het op verder werken met de dienst openbare werken geen prijs
stelt, omdat men het vertrouwen in de dienst heeft verloren. Ik veronder
stel niet dat er sprake is van een patstelling. Openbare werken heeft de
opdracht het onderzoek voort te zetten en het wijkcomité is door ons uit
genodigd in dat onderzoek te participeren.
Ik vind het wel merkwaardig dat mevrouw Paulussen haar standpunt
alleen baseert op afschriften van de correspondentie van het wijkcomité.Ik
zou haar met genoegen eerder hebben geïnformeerd als zij ernaar had ge
vraagd.
Mevrouw Paulussen heeft stilgestaan bij de problematiek van de nor
men en eenheidsprijzen bij de renovatie. Het is de raad bekend dat het
college moeite heeft met het feit dat normen ontbreken. Met die normen
doelen wij op de volgende problematiek. Op een gegeven moment moet
een wijk worden gerenoveerd. Wij bespreken de wensen met de bewoners,
wij proberen die wensen in te passen in de ons vaag bekende mogelijke
gedragsregels van de H. I, D. en de centrale directie in Den Haag. Na het
bereiken van overeenstemming met de bewoners gaan wij naar Den Bosch,
vervolgens verlaagt Den Bosch de eenheidsprijzen, schrapt mogelijkheden
en dan moeten wij als de grote boosdoeners weer naar de bewoners terug met
de mededeling dat wij er niet uitgekomen zijn en dat de prijzen omlaag
moeten. Als deze problematiek is verwerkt, ontstaat hetzelfde probleem
bij de centrale directie. Deze gang van zaken brengt voor de bewoners een
stuk ongeloofwaardigheid mee alsmede een onduidelijk perspectief ten aan
zien van mogelijkheden en onmogelijkheden. Wij hebben deze kwestie in
een gesprek aan de staatssecretaris voorgelegd. Ondanks het feit dat in een
plaatselijk dagblad heeft gestaan dat de staatssecretaris niet naar norme
ring toe wil heb ik tot mijn geruststelling gehoord dat een studiecommis
sie bezig is te zoeken naar een normering op het gebied van de renovatie.
Het is de bedoeling dat men daarbij komt tot een exacte maatstaf voor de