1
709
22 AUGUSTUS 1974
n. Controlerapporten van gemeentelijke administraties.
o. Slotwijziging begroting en rekening 1973 en jaarverslag
1973 van het samenwerkingsverband automatisering over
heidsadministraties Midden- en West-Brabant.
p. Besluitenlijst van de vergadering van het algemeen bestuur
van het Centrum voor Automatisering Breda-Tilburg d. d.
2 april 1974.
q. Brief van gedeputeerde staten van Noord-Brabant d. d.
31 juli 1974 houdende mededeling van instemming met
ons besluit tot wijziging van de algemene bezoldigingsver
ordening per 1 april 1974.
r. Brief van gedeputeerde staten van Noord-Brabant d. d.
31 juli 1974 houdende mededeling van instemming met ons
besluit tot wijziging van de salarisverordening stedelijke
muziekschool per 1 juli 1974.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt beslo
ten deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
s. Brief d. d. 5 juli 1974 nr. St./3/26968/27141 van burgemees
ter en wethouders aan de heer H. J. van Gestel, Gilzeweg 26
te Bavel inzake riolering Dillenburgstraat 111 en brief van
de heer H.J. van Gestel, ontvangen op 12 juni 1974.
De heer NIHOT: In de commissie voor openbare werken hebben wij
gisteren uitvoerig gediscussieerd over de zaak Van Gestel. De wethou
der heeft toegezegd dat er alsnog een onderzoek zal worden ingesteld.
Ik zou het bijzonder prettig vinden als dit stuk S onder C wordt ver
plaatst naar B. Alle raadsleden hebben onlangs een brief van de heer-
Van Gestel ontvangen. De helft van de raadsleden keert niet terug en
straks weet de helft van niets. Als besloten wordt dit stuk onder B on
der te brengen kan iedereen er bij de ter visie liggende stukken kennis
van nemen hoe deze kwestie is afgewikkeld.
De heer SPANIER: Ik wil dit verzoek van de heer Nihot graag on
dersteunen.
De VOORZITTER: Ik begrijp dat gisteren deze kwestie in de com
missie is besproken. U ziet dat hier een brief van burgemeester en wet
houders aan de orde is, alsmede een brief van de heer Van Gestel.
Wethouder VAN DUN: In de commissie is afgesproken dat voor een
bepaald facet van deze kwestie een hernieuwd onderzoek door openbare
werken zal plaatsvinden. De opmerking van de heer Nihot in de com
missie is aangemerkt als een vraag in die commissie, die schriftelijk
beantwoord zal worden.
De VOORZITTER: Dit lijkt mij een redelijke procedure aangezien
het gaat om correspondentie tussen de heer Van Gestel en het college.
Het lijkt mij daarom juist deze stukken hier voor kennisgeving aan te
nemen en verder te handelen overeenkomstig de afspraken die gisteren
zijn gemaakt.