70 17 JANUARI 1974 moeilijkheden zou komen. Misschien kan de vanavond optredende wet houder, die op het gebied van de financiën wellicht wat meer achter grond heeft, een en ander duidelijk maken. Ik meen dat hij op dit punt de nadruk heeft gelegd en als het niet duidelijk gemaakt kan worden, valt een deel van dit argument weg. De wethouder heeft gezegd dat de enquête subjectief is. Ik geloof dat elke enquête subjectief is, maar de onderhavige enquête was gericht op de leefbaarheid en de gevoelswaarde die door de bewoners aan hun woning werd toegekend. Wij hebben daarmee in onze besluitvorming wel degelijk rekening te houden. Het verheugt mij dat de heer Van Caulil ten aanzien van de rio lering geen misverstand heeft laten bestaan, want ik meen dat, wan neer onverhoopt de plannen van het college zouden worden uitgevoerd, voor een groot deel met opknappen zal worden begonnen, waarbij het punt van de riolering gezien het huidige standpunt van het college de eerste jaren niet opgelost zal worden, hetgeen wij zeer zouden betreu ren en onjuist zouden vinden. Misschien heeft de heer Van Caulil in de zen namens de K. V. P. -fractie gesproken, hoewel men tegenwoordig nooit kan weten of hij namens het C. D. A.de K. V. P. of een gedeel te van de K. V. P. spreekt, maar wellicht wordt dat straks nog enigszins duidelijker. Onze fractie blijft erbij dat er geen misverstand over onze besluit vorming gewekt moet worden. Onzes inziens moet positief naar renova tie worden gestreefd, in overleg met de bewoners en na een uitgebreid onderzoek. Natuurlijk kan uit hoofde van de werkgelegenheid en ande re feiten met het werk voortgegaan worden, omdat over de Wassenaar - straat en naar ik meen ook over gedeelten van andere straten geen me ningsverschil tussen het college en de wijkbewoners bestaat. Op die plaat sen kan met de werkzaamheden worden begonnen, zodat de werkgele genheid niet in gevaar komt. Overigens is het begrip "werkgelegenheid" natuurlijk van uitermate groot belang, maar als men weet dat er dertien werknemers in het geding zijn, kan men stellen dat hier wellicht spra ke is van een enigszins overdreven benadering. Wij handhaven ons amendement en zouden gaarne zien dat het ook verder in de discussie werd betrokken. De heer VAN DUIJLs Uit het amendement dat door de PAK-fractie is ingediend blijkt dat zij niet de indruk heeft dat aan het standpunt van de dienst openbare werken of van het college iets is veranderd. Ik zal uiteenzetten wat wij daarvan vinden en daarbij deel ik de heer Crul dui delijk mede dat met "wij" de gecombineerde fracties worden bedoeld. Misschien is de heer Crul iets te kort van begrip; ik vergeef hem dat, maar voor alle duidelijkheid wijs ik erop dat nadat wij in onze fracties iets hebben besproken, in de regel -- zoals de heer Crul vanavond wel duidelijk geworden zal zijn --de uitgesproken standpunten worden ge deeld door de beide fracties. Wanneer dit niet het geval is, zal de heer Crul dat ongetwijfeld merken aan de woorden van andere sprekers uit dezelfde fractie. Mijns inziens kan er op dit gebied weinig onduidelijk heid bestaan. De heer CRUL; Dit betekent dus dat met betrekking tot de riole ring de heer Van Caulil het standpunt van de K. V.P. -fractie onder woor den heeft gebracht? De heer VAN DUUL: Inderdaad en dat zou de heer Crul des te be ter moeten weten aangezien hij ervan op de hoogte is dat mevrouw Van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 70